1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
toys (Advanced search)




CORE WORDS




Tanaka6000 toys

COMPOUND WORDS


toyseller {n} (one who sells toys) toyshop {n} Spielwarengeschäft

5000 WORDS

















PHRASES



De kinderen spelen met hun speelgoed.



The children are playing with their toys .


(ENG )
(NL )

(0659)

De kinderen spelen met kinderspeelgoed.



The kids are playing with children's toys .


(ENG )
(NL )

(1498)

Het kleine meisje raapt het speelgoed op.



The little girl is picking up the toys .


(ENG )
(NL )

(2526)





Children are playing with toys .

Kinderen spelen met speelgoed.

He will soon be past playing with toys .

Hij zal snel voorbij zijn aan het spelen met speelgoed.



Kinderen spelen met speelgoed.
Hij zal snel voorbij zijn aan het spelen met speelgoed.