Ze ging naar een apotheek om medicijnen te kopen.  She went to a drugstore to buy medicine . (ENG ) (NL ) (1201) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Er wordt hier veel wijn bewaard.  There is a lot of wine stored here . (ENG ) (NL ) (2270) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het reservoir heeft zoveel water opgeslagen als het kan bevatten.  The reservoir has stored as much water as it can hold . (ENG ) (NL ) (3281) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
There is nothing to be had at that store . | Er is niets te krijgen in die winkel. | The post office is just across from the store . | Het postkantoor ligt tegenover de winkel.
The store is just across from my house . De winkel is tegenover mijn huis.
Good news was in store for us at home . Goed nieuws stond ons thuis te wachten.
When is the store open till ? Tot wanneer is de winkel open?
He showed me the way to the store . Hij wees me de weg naar de winkel.
I rode my bicycle to the store . Ik fietste naar de winkel.
I can't afford to shop at such an expensive store . Ik kan het me niet veroorloven om in zo'n dure winkel te winkelen.
That is a reputable store . Dat is een gerenommeerde winkel.
The store is not open today . De winkel is vandaag niet open.
I met tom in front of the store . Ik ontmoette Tom voor de winkel.
I saw him enter the store . Ik zag hem de winkel binnenkomen.
At that store , they deal in fish and meat . In die winkel handelen ze in vis en vlees.
There is a bookstore in front of my house . Voor mijn huis is een boekhandel.
When did you open your new store ? Wanneer heb je je nieuwe winkel geopend?
I am waiting for the store to open . Ik wacht tot de winkel opengaat.
This is better than any other bag in this store . Dit is beter dan elke andere tas in deze winkel.
I had my watch repaired at the store . Ik heb mijn horloge laten repareren in de winkel.
I bought that record in this store . Ik heb die plaat in deze winkel gekocht.
The store is just across from my house . De winkel is tegenover mijn huis.
I often go to the bookstore . Ik ga vaak naar de boekhandel.
There is not a store near my house . Er is geen winkel in de buurt van mijn huis.
Good news was in store for us at home . Goed nieuws stond ons thuis te wachten.
You can get it at a bookstore . Je kunt het bij een boekhandel krijgen.
The store might be closed already . De winkel is misschien al gesloten.
She saw me enter the store . Ze zag me de winkel binnenkomen.
I got a new stereo at that store . Ik heb een nieuwe stereo gekocht in die winkel.
They deal in shoes and clothes at that store . In die winkel handelen ze in schoenen en kleding.
She took a job in a store for the summer . Ze nam een baantje in een winkel voor de zomer.
None of us knows what is in store for us . Niemand van ons weet wat ons te wachten staat.
I made a great find in the store the other day . Ik heb laatst een geweldige vondst gedaan in de winkel.
I am going to the store now . Ik ga nu naar de winkel.
I got a new hat at the department store . Ik heb een nieuwe hoed gehaald bij het warenhuis.
The store is open all the year round . De winkel is het hele jaar open.
Is the store near at hand ? Is de winkel dichtbij?
|