1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)




Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
sell (Advanced search)



CORE WORDS



Glob1500 sell to give something in exchange for money v.
NGSL3000 sell To exchange something for money verb
SAT5000 undersell To sell at a lower price than. v.

Tanaka6000 best-selling Tanaka6000 bookseller Tanaka6000 sell Tanaka6000 seller Tanaka6000 selling Tanaka6000 sells

COMPOUND WORDS


bestseller {n} (book or thing sold in large numbers) bookseller {n} (person engaged in the business of selling books) fruitseller {n} (fruiterer) SEE: fruiterer :: Giselle {prop} (female given name) Hertzsprung-Russell diagram {n} (plot of the absolute magnitude of stars) Moselle {prop} (River) resell {v} (To sell again) roselle {n} (Hibiscus sabdariffa) sell {v} (to agree to transfer goods or provide services) seller {n} (someone who sells) selling price {n} (price at which an item is sold) sellotape {n} (adhesive tape) tessellation {n} (polygon tessellation) SEE: polygon tessellation :: toyseller {n} (one who sells toys)

5000 WORDS


L021 P0878 to sell verkaufen 卖








seller, retailer, vendor P0621 Sellotape, sticky tape P3937




PHRASES



Hij verkoopt ons verzekeringen.



He is selling insurance to us .


(ENG )
(NL )

(0827)

De verkoop van drugs is illegaal.



Selling drugs is illegal .


(ENG )
(NL )

(1774)

Er zijn veel marskramers die groenten verkopen bij de rivier.



There are many peddlers selling vegetables by the riverside .


(ENG )
(NL )

(1775)

Deze auto's zijn moeilijk te verkopen.



These cars are hard to sell .


(ENG )
(NL )

(2492)

Deze kleine winkel verkoopt dingen op krediet.



This small shop sells things on credit .


(ENG )
(NL )

(3483)





Her books sell pretty well .

Haar boeken verkopen best goed.

Don't sell yourself short .

Doe jezelf niet tekort.

He is selling it just as it is .

Hij verkoopt het zoals het is.

This car sells well .

Deze auto verkoopt goed.

This book ought to be a good seller .

Dit boek zou een goede verkoper moeten zijn.

I'm not going to sell it .

Ik ga het niet verkopen.

You can't get this at any bookseller's .

Dit kun je bij geen enkele boekhandel krijgen.

This book sells well .

Dit boek verkoopt goed.

He decided to sell the car .

Hij besloot de auto te verkopen.



Haar boeken verkopen best goed.
Doe jezelf niet tekort.
Hij verkoopt het zoals het is.
Deze auto verkoopt goed.
Dit boek zou een goede verkoper moeten zijn.
Ik ga het niet verkopen.
Dit kun je bij geen enkele boekhandel krijgen.
Dit boek verkoopt goed.
Hij besloot de auto te verkopen.