I managed to get to the station on time . | Het lukte me om op tijd op het station te zijn. | The train is to arrive on time . | De trein moet op tijd aankomen.
The train arrived at the station on time . De trein arriveerde op tijd op het station.
The train pulled out on time . De trein vertrok op tijd.
There is not much possibility of his coming on time . Er is niet veel kans dat hij op tijd komt.
I can't imagine john coming on time . Ik kan me niet voorstellen dat John op tijd komt.
We arrived at the office on time . We waren op tijd op kantoor.
The train arrived in kyoto on time . De trein arriveerde op tijd in Kyoto.
I doubt if bob will come on time . Ik betwijfel of Bob op tijd zal komen.
The question is whether he will come on time . Het is de vraag of hij op tijd komt.
He assumed that the train would be on time . Hij ging ervan uit dat de trein op tijd zou zijn.
I doubt if he will come on time . Ik betwijfel of hij op tijd zal komen.
The train arrived on time . De trein is op tijd gearriveerd .
He told us to come on time . Hij zei dat we op tijd moesten komen.
Our teacher is always on time for class . Onze leraar is altijd op tijd in de les.
There is little hope that she will come on time . Er is weinig hoop dat ze op tijd zal komen.
Mary ought to do her homework on time . Mary zou haar huiswerk op tijd moeten maken.
They finished building the bridge on time . Ze waren op tijd klaar met het bouwen van de brug.
|