1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
nervous (Advanced search)




CORE WORDS



NGSL3000 nervous Having a tendency to become uneasy or anxious adj

Tanaka6000 nervous

COMPOUND WORDS


central nervous system {n} (that part of the nervous system comprising the brain, brainstem and spinal cord) nervous {adj} (anxious) nervous breakdown {n} (disabling attack of a psychological disorder) nervously {adv} (in a nervous manner) nervousness {n} (state or quality of being nervous) nervous system {n} (system which coordinates the activity of the body)

5000 WORDS


L074 P2851 nervous nervös 紧张的








nervous P2851






PHRASES







Bill is nervous about the exam .

Bill is zenuwachtig voor het examen.

I was very nervous as the plane took off .

Ik was erg zenuwachtig toen het vliegtuig vertrok.

Just to watch it made me nervous .

Alleen al om ernaar te kijken maakte me zenuwachtig.



Bill is zenuwachtig voor het examen.
Ik was erg zenuwachtig toen het vliegtuig vertrok.
Alleen al om ernaar te kijken maakte me zenuwachtig.