1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)




Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
mathematics (Advanced search)



CORE WORDS



Glob1500 mathematics the science dealing with amounts, sizes and shapes, as explained by numbers and signs n.
NGSL3000 mathematics study or science of numbers and shapes n pl.

Tanaka6000 mathematics

COMPOUND WORDS


applied mathematics {n} (area of mathematics) mathematics {n} (field of study) pure mathematics {n} (area of mathematics)

5000 WORDS















PHRASES







She studies mathematics .

Ze studeert wiskunde.

Mathematics is an interesting subject .

Wiskunde is een interessant vak.

Are you good at mathematics ?

Ben je goed in wiskunde?

Tom is behind everybody in mathematics .

Tom staat achter iedereen in wiskunde.

Tom is interested in mathematics .

Tom is geïnteresseerd in wiskunde.

My brother is good at mathematics .

Mijn broer is goed in wiskunde.

We had an examination in mathematics today .

We hadden vandaag een examen wiskunde.

Mathematics is difficult for me .

Wiskunde is moeilijk voor mij.

He is good at mathematics .

Hij is goed in wiskunde.

I do not like mathematics very much .

Ik hou niet zo van wiskunde.

Bill is good at mathematics .

Bill is goed in wiskunde.



Ze studeert wiskunde.
Wiskunde is een interessant vak.
Ben je goed in wiskunde?
Tom staat achter iedereen in wiskunde.
Tom is geïnteresseerd in wiskunde.
Mijn broer is goed in wiskunde.
We hadden vandaag een examen wiskunde.
Wiskunde is moeilijk voor mij.
Hij is goed in wiskunde.
Ik hou niet zo van wiskunde.
Bill is goed in wiskunde.