Ze is ontslagen. ![]() She is been laid off . (ENG ) (NL ) (0338) | |||||||||||
Er ligt een mat op de vloer. ![]() A mat is laid out on the floor . (ENG ) (NL ) (1410) | |||||||||||
Ze was blij toen haar collega ontslagen werd. ![]() She took delight in seeing her colleagues being laid off . (ENG ) (NL ) (2028) | |||||||||||
Dit doelpunt legde een sterke basis voor het blauwe team om te winnen. ![]() This goal has laid a strong foundation for the blue team' s victory . (ENG ) (NL ) (3339) | |||||||||||
De huizen in dit dorp zijn netjes aangelegd. ![]() The houses in this village are laid out neatly . (ENG ) (NL ) (3507) | |||||||||||
She laid the paper out on the table . | Ze legde het papier op tafel. | He laid out this garden . | Hij heeft deze tuin aangelegd.
He laid his bag on the table . Hij legde zijn tas op tafel.
This is the garden I laid out last year . Dit is de tuin die ik vorig jaar heb aangelegd.
|