1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
computer (Advanced search)




CORE WORDS



Glob1500 computer an electronic machine for storing and organizing information, and for communicating with others n.
NGSL3000 computer A machine for storing information and accessing the internet n

Tanaka6000 computer Tanaka6000 computer-literate Tanaka6000 computers

COMPOUND WORDS


computer {n} (device) computer engineering {n} (branch of engineering) computer game {n} (electronic game) computerization {n} (the act of computerizing) computer language {n} (language associated with computers) computer language {n} (machine language) SEE: machine language :: computer language {n} (programming language) SEE: programming language :: computer program {n} (software) computer programming {n} maschinelle Programmierung computer science {n} (study of computers and their architecture) computer scientist {n} (one who studies or practises computer science) computer virus {n} (program) SEE: virus :: desktop computer {n} (a computer of a size designed to be used on a desk) laptop computer {n} (laptop) SEE: laptop :: microcomputer {n} (computer designed around a microprocessor) personal computer {n} (small computer for use by one person at a time, see also: PC) quantum computer {n} (computer that relies on quantum mechanical phenomena for speed) supercomputer {n} (computer that has great processing power) tablet computer {n} (a type of computer)

5000 WORDS


L095 P3908 to feed data into a computer, to enter data into a computer Daten eingeben 输入数据








computer P1275 computer game P3895






PHRASES



Computers hebben vele toepassingen.



Computers have many uses .


(ENG )
(NL )

(0263)

Hij controleert het service systeem van de computer.



He is checking the computer's service system .


(ENG )
(NL )

(0459)

Hij controleert het computersysteem.



He is checking the computer system .


(ENG )
(NL )

(0921)

Wat installeert hij op de computer?



What is he installing on the computer ?


(ENG )
(NL )

(0958)

De computergegevens bewijzen dat mijn ideeën juist waren.



The computer records prove that my ideas were correct .


(ENG )
(NL )

(0981)

Ik ben van plan mijn computeruitrusting te updaten.



I am planning to update my computer equipment .


(ENG )
(NL )

(1053)

Ga te werk volgens de instructies van de computer.



Please follow the computer instructions .


(ENG )
(NL )

(1079)

Hij bedient de computer.



He is operating the computer .


(ENG )
(NL )

(1750)

Mr Meng repareert de computer.



Mr 0 Meng is repairing the computer .


(ENG )
(NL )

(2445)

Ze wil de computer kapot maken.



She wants to smash the computer .


(ENG )
(NL )

(2770)

Het bedrijf heeft een monopolie op de wereldmarkt voor computers



The company has a monopoly on the world's computer market .


(ENG )
(NL )

(3274)

Ze wil de bestanden op haar computer wissen.



She wants to delete the files on her computer .


(ENG )
(NL )

(3387)





Do you know how to use a personal computer ?

Weet u hoe u een pc moet gebruiken?

Most boys like computer games .

De meeste jongens houden van computerspelletjes.

He knows well how to use a computer .

Hij weet goed hoe hij een computer moet gebruiken.

Computers are of great use .

Computers zijn van groot nut.

I'm computer-literate .

Ik ben computervaardig.

This computer can cope with much work .

Deze computer kan veel werk aan.

Everyone will have his own computer before long .

Binnenkort heeft iedereen zijn eigen computer.

I'm wondering when to buy a computer .

Ik vraag me af wanneer ik een computer moet kopen.

It seems that something is wrong with the computer .

Het lijkt erop dat er iets mis is met de computer.

I heard that he bought a new computer .

Ik hoorde dat hij een nieuwe computer had gekocht.

I found it easy to operate the computer .

Ik vond het gemakkelijk om de computer te bedienen.

I can't repair the computer .

Ik kan de computer niet repareren.

She got her daughter a personal computer .

Ze heeft haar dochter een personal computer gegeven.

She is a computer programmer .

Ze is een computerprogrammeur.

The computer was very useful .

De computer was erg handig.

We transported the computer to the office .

We hebben de computer naar kantoor vervoerd.

The computer's color is red .

De kleur van de computer is rood.

His brother has nothing but computers on his mind .

Zijn broer heeft niets anders dan computers aan zijn hoofd.

Put all the books about computers together .

Zet alle boeken over computers bij elkaar.

I am interested in computers .

Ik ben geïnteresseerd in computers.

A lot of jobs are done by computers .

Veel werk wordt gedaan door computers.

Computer supplies are very expensive in japan .

Computerbenodigdheden zijn erg duur in Japan.

I know a lot about this computer .

Ik weet veel over deze computer.

The computer is new .

De pc is nieuw.

I use the computer .

Ik gebruik de computer .



Weet u hoe u een pc moet gebruiken?
De meeste jongens houden van computerspelletjes.
Hij weet goed hoe hij een computer moet gebruiken.
Computers zijn van groot nut.
Ik ben computervaardig.
Deze computer kan veel werk aan.
Binnenkort heeft iedereen zijn eigen computer.
Ik vraag me af wanneer ik een computer moet kopen.
Het lijkt erop dat er iets mis is met de computer.
Ik hoorde dat hij een nieuwe computer had gekocht.
Ik vond het gemakkelijk om de computer te bedienen.
Ik kan de computer niet repareren.
Ze heeft haar dochter een personal computer gegeven.
Ze is een computerprogrammeur.
De computer was erg handig.
We hebben de computer naar kantoor vervoerd.
De kleur van de computer is rood.
Zijn broer heeft niets anders dan computers aan zijn hoofd.
Zet alle boeken over computers bij elkaar.
Ik ben geïnteresseerd in computers.
Veel werk wordt gedaan door computers.
Computerbenodigdheden zijn erg duur in Japan.
Ik weet veel over deze computer.
De pc is nieuw.
Ik gebruik de computer .