1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
comfort (Advanced search)




CORE WORDS



NGSL3000 comfort state of being relaxed, warm or happy n
NGSL3000 comfortable not being worried about something; at ease adj
SAT5000 discomfort The state of being positively uncomfortable. n.

Tanaka6000 comfort Tanaka6000 comfortable Tanaka6000 comfortably Tanaka6000 comforted

COMPOUND WORDS


comfort {n} (cause of relief or satisfaction) comfort {n} (consolation) comfort {n} (contentment, ease) comfort {v} (console) SEE: console :: comfort {v} (to make comfortable) comfort {v} (to provide comfort) comfortable {adj} (in a state of comfort) comfortable {adj} (providing physical comfort and ease) comfort woman {n} (comfort woman) discomfort {n} (mental or bodily distress) uncomfortable {adj} (experiencing discomfort) uncomfortable {adj} (not comfortable)

5000 WORDS


L061 P2250 to comfort trösten 安慰
L067 P2504 comfort der Komfort 舒适








comfortable, cosy P1032 comfortable P1032 comfortable P1082 comfortable P1582 comfort P2504 comfortable P3082 comfortable, cosy P3082 comfortable living room, cosy living room P4800






PHRASES



De quilts zijn erg warm.



Comforters are very warm .


(ENG )
(NL )

(0199)

Hoewel haar vader haar troost, is ze nog steeds ongelukkig.



Although her father comforts her , she is still unhappy .


(ENG )
(NL )

(1058)

De bank is erg comfortabel.



The sofa is quite comfortable .


(ENG )
(NL )

(1900)

De moeder probeert de baby te troosten.



The mother tries to comfort the baby .


(ENG )
(NL )

(2857)

De slaapkamer is comfortabel.



The bedroom is comfortable .


(ENG )
(NL )

(2904)

Dit kussen is erg comfortabel.



This pillow is really comfortable .


(ENG )
(NL )

(3305)

Ze ervaart onaangename periodes van warmte en kou.



She is experiencing uncomfortable hot and cold spells .


(ENG )
(NL )

(3366)





I want to live in comfort .

Ik wil comfortabel leven.

I feel comfortable in his company .

Ik voel me op mijn gemak in zijn gezelschap.

I can comfort her .

Ik kan haar troosten.

I feel comfortable in his company .

Ik voel me op mijn gemak in zijn gezelschap.

The house is comfortable to live in .

Het huis is comfortabel om in te wonen.

The trees comforted me .

De bomen stelden me gerust.

I feel comfortable in his company .

Ik voel me op mijn gemak in zijn gezelschap.

This house is very comfortable to live in .

Dit huis is zeer comfortabel om in te wonen.



Ik wil comfortabel leven.
Ik voel me op mijn gemak in zijn gezelschap.
Ik kan haar troosten.
Ik voel me op mijn gemak in zijn gezelschap.
Het huis is comfortabel om in te wonen.
De bomen stelden me gerust.
Ik voel me op mijn gemak in zijn gezelschap.
Dit huis is zeer comfortabel om in te wonen.