1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
cheer (Advanced search)




CORE WORDS



Glob1500 cheer to shout approval or praise v.

Tanaka6000 cheer Tanaka6000 cheered Tanaka6000 cheerful Tanaka6000 cheers

COMPOUND WORDS


cheer {v} (To shout a cheer or cheers) cheerful {adj} (bright) cheerful {adj} (happy) cheerio {interj} (exclamation used when greeting as well as when parting) cheerleader {n} (person (usually female) who encourages applaus) cheerleading {n} (a physical activity) cheers {interj} (informal: goodbye) cheers {interj} (informal: thank you) cheers {interj} (toast when drinking) cheer up {interj} (an encouragement) cheer up {v} (to make someone happy)

5000 WORDS










cheerful P0749






PHRASES



De fans juichen onder het podium.



The fans are cheering below the stage .


(ENG )
(NL )

(0056)

Iedereen juicht enthousiast.



Everyone got so excited they started to cheer .


(ENG )
(NL )

(1600)

Ze is altijd erg aardig tegen mensen.



She is always cheerful and pleasant to people .


(ENG )
(NL )

(1923)





The flowers cheered her up .

De bloemen vrolijkten haar op.

He is a cheerful old man .

Het is een vrolijke oude man.

Here's to you ! Cheers !

Hier is voor jou! Proost !

He is not the cheerful man he was .

Hij is niet meer de opgewekte man die hij was.

He is always cheerful .

Hij is altijd vrolijk.



De bloemen vrolijkten haar op.
Het is een vrolijke oude man.
Hier is voor jou! Proost !
Hij is niet meer de opgewekte man die hij was.
Hij is altijd vrolijk.