1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
blessing (Advanced search)




CORE WORDS




Tanaka6000 blessing

COMPOUND WORDS


blessing {n} (act of declaring, seeking or bestowing favor) blessing {n} (divine or supernatural aid or reward) blessing {n} (good fortune) blessing {n} (prayer before a meal) SEE: grace :: blessing {n} (pronouncement invoking divine aid) blessing {n} (thing one is glad of)

5000 WORDS


L124 P5338 blessing die Segnung 祝祷








blessing P5338






PHRASES







He sent us his blessing .

Hij stuurde ons zijn zegen.

What a blessing it is that they did not come .

Wat een zegen is het dat ze niet zijn gekomen.

Good health is a great blessing .

Een goede gezondheid is een grote zegen.



Hij stuurde ons zijn zegen.
Wat een zegen is het dat ze niet zijn gekomen.
Een goede gezondheid is een grote zegen.