Ze zingen.  They are singing . (ENG ) (NL ) (0637) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De moeder zingt kinderliedjes voor de baby.  The mother is singing nursery rhymes to her baby . (ENG ) (NL ) (2795) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Karaoke zingen is een manier om jezelf te vermaken.  Singing karaoke is a way to entertain yourself . (ENG ) (NL ) (2915) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Haar zangstem is erg aangenaam.  Her singing voice is very pleasant . (ENG ) (NL ) (2924) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
How well she is singing ! | Wat zingt ze goed! | The girl singing over there is my sister . | Het meisje dat daar zingt is mijn zus.
They enjoyed singing songs . Ze genoten van het zingen van liedjes.
They went along the street singing the song . Ze gingen de straat op en zongen het lied.
No , I'm not singing . Nee , ik zing niet .
He came singing a song . Hij kwam een liedje zingen.
She stopped singing the song . Ze stopte met het zingen van het lied.
We enjoyed singing songs together . We hebben genoten van samen liedjes zingen.
We enjoyed singing songs at the party . We hebben genoten van het zingen van liedjes op het feest.
You should have gone on singing . Je had moeten blijven zingen.
Can you hear his singing ? Hoor je zijn zang?
Singing is her strong point . Zingen is haar sterke punt.
Our teacher began singing a song well . Onze juf begon een liedje goed te zingen.
He is good at singing . Hij kan goed zingen.
|