1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
wants (Advanced search)




CORE WORDS




Tanaka6000 wants

COMPOUND WORDS


5000 WORDS

















PHRASES



Ze wil lerares worden.



She wants to become a teacher .


(ENG )
(NL )

(0129)

Ze wil haar eigen beperkingen uitdagen.



She wants to challenge her own limits .


(ENG )
(NL )

(1132)

Hij wil met me uitgaan.



He wants to date me .


(ENG )
(NL )

(1247)

Hij wil nieuwe werknemers aannemen.



He wants to recruit some new employees .


(ENG )
(NL )

(1253)

Ze wil van hem scheiden.



She wants to get away from him .


(ENG )
(NL )

(1586)

Hij wil sterk zijn.



He wants to be strong .


(ENG )
(NL )

(1692)

Ze wil de trein nemen.



She wants to take the train .


(ENG )
(NL )

(2240)

Hij wil de regering omverwerpen.



He wants to overthrow the government


(ENG )
(NL )

(2608)

Ze wil de computer kapot maken.



She wants to smash the computer .


(ENG )
(NL )

(2770)

Hij wil de bal blokkeren.



He wants to block the ball .


(ENG )
(NL )

(2993)

Ze wil even uitrusten.



She wants to take a rest .


(ENG )
(NL )

(3032)

Hij wil deze tak afsnijden.



He wants to cut this branch off .


(ENG )
(NL )

(3261)

Ze wil de bestanden op haar computer wissen.



She wants to delete the files on her computer .


(ENG )
(NL )

(3387)





He wants you to stay here .

Hij wil dat je hier blijft .

The more one has , the more one wants .

Hoe meer men heeft, hoe meer men wil.

I'm the one who wants to be with you .

Ik ben degene die bij je wil zijn.

That is the woman who wants to see you .

Dat is de vrouw die je wil zien.

She wants to be a designer .

Ze wil ontwerper worden.

He objects whenever he wants to .

Hij maakt bezwaar wanneer hij maar wil.

He wants to go back to the wild .

Hij wil terug naar de wildernis.

Kate wants to finish her homework by ten .

Kate wil haar huiswerk om tien uur af hebben.

I can't make out what he wants .

Ik kan er niet achter komen wat hij wil.

Whoever wants the book may have it .

Wie het boek wil, mag het hebben.

I'll take whoever wants to go .

Ik neem iedereen mee die wil gaan .

You may invite whoever wants to come .

Je mag uitnodigen wie wil komen.

Whoever wants to come to my party may come .

Wie op mijn feest wil komen, mag komen.

It is egypt that he wants to visit .

Het is Egypte dat hij wil bezoeken.

Someone who wants to touch me inside .

Iemand die me van binnen wil aanraken.

Your father wants you .

Je vader wil je.

You may invite any person who wants to come .

Je mag iedereen uitnodigen die wil komen.

She wants to keep him at distance .

Ze wil hem op afstand houden.

You may invite whoever wants to come .

Je mag uitnodigen wie wil komen.

He wants to come along with us to the movie .

Hij wil met ons mee naar de film.

She wants to become thin very much .

Ze wil heel graag mager worden.

The dog wants to go outside .

De hond wil naar buiten.

He wants to be a tennis player .

Hij wil tennisser worden.

He wants to eat both of them .

Hij wil ze allebei opeten.

He wants to be an engineer .

Hij wil ingenieur worden.

Every one wants to live free from care .

Iedereen wil zorgeloos leven.

His son wants to be a lawyer .

Zijn zoon wil advocaat worden.

He wants to take over his father's business .

Hij wil het bedrijf van zijn vader overnemen.

Nobody ever wants to be without money .

Niemand wil ooit zonder geld zitten.

He wants to run for president .

Hij wil president worden.

Everybody wants to sit beside her .

Iedereen wil naast haar zitten.

Ken wants a bicycle .

Ken wil een fiets.

No one wants to listen to my opinions .

Niemand wil naar mijn mening luisteren.

Whoever wants to come to my party may come .

Wie op mijn feest wil komen, mag komen.



Hij wil dat je hier blijft .
Hoe meer men heeft, hoe meer men wil.
Ik ben degene die bij je wil zijn.
Dat is de vrouw die je wil zien.
Ze wil ontwerper worden.
Hij maakt bezwaar wanneer hij maar wil.
Hij wil terug naar de wildernis.
Kate wil haar huiswerk om tien uur af hebben.
Ik kan er niet achter komen wat hij wil.
Wie het boek wil, mag het hebben.
Ik neem iedereen mee die wil gaan .
Je mag uitnodigen wie wil komen.
Wie op mijn feest wil komen, mag komen.
Het is Egypte dat hij wil bezoeken.
Iemand die me van binnen wil aanraken.
Je vader wil je.
Je mag iedereen uitnodigen die wil komen.
Ze wil hem op afstand houden.
Je mag uitnodigen wie wil komen.
Hij wil met ons mee naar de film.
Ze wil heel graag mager worden.
De hond wil naar buiten.
Hij wil tennisser worden.
Hij wil ze allebei opeten.
Hij wil ingenieur worden.
Iedereen wil zorgeloos leven.
Zijn zoon wil advocaat worden.
Hij wil het bedrijf van zijn vader overnemen.
Niemand wil ooit zonder geld zitten.
Hij wil president worden.
Iedereen wil naast haar zitten.
Ken wil een fiets.
Niemand wil naar mijn mening luisteren.
Wie op mijn feest wil komen, mag komen.