Ze loopt op straat.  She walked on along the road . (ENG ) (NL ) (1272) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
He walked in front of his men . | Hij liep voor zijn mannen uit. | Having walked for sometime , we came to the lake . | Na een tijdje gelopen te hebben, kwamen we bij het meer.
He walked two miles in half an hour . Hij liep twee mijl in een half uur.
We walked about five miles . We liepen ongeveer vijf mijl .
I walked as slowly as I could . Ik liep zo langzaam als ik kon.
He is in bad health because he walked in the rain . Hij is in slechte gezondheid omdat hij in de regen heeft gelopen.
We have walked all around the lake . We hebben het hele meer rondgelopen.
I walked in the woods by myself . Ik liep alleen in het bos.
I walked along the river . Ik liep langs de rivier.
The party walked down the mountain . Het gezelschap liep de berg af.
He walked up and down the room . Hij liep de kamer op en neer.
I walked along the river . Ik liep langs de rivier.
I walked along the main street . Ik liep door de hoofdstraat.
She sang as she walked . Ze zong terwijl ze liep.
We walked along the road . We liepen langs de weg.
She walked with her head down like an old woman . Ze liep met haar hoofd naar beneden als een oude vrouw.
The dog walked across the street . De hond liep de straat over.
I walked up the hill . Ik liep de heuvel op.
Tom walked across the street . Tom liep de straat over .
He and I walked together . Hij en ik liepen samen.
We walked along the street . We liepen door de straat.
We walked across the ice . We liepen over het ijs.
He walked quietly . Hij liep rustig.
He walked all the way home . Hij liep de hele weg naar huis.
I walked for two hours in the afternoon heat . Ik heb twee uur gelopen in de middaghitte.
He walked past the house . Hij liep langs het huis.
I walked three-fourths of a mile . Ik liep driekwart van een mijl.
I walked around all day , and I am all in . Ik heb de hele dag rondgelopen, en ik ben all-in.
We have walked all around the lake . We hebben het hele meer rondgelopen.
I walked three-fourths of a mile . Ik liep driekwart van een mijl.
He walked in the park yesterday . Hij liep gisteren in het park.
He walked ahead of me . Hij liep voor me uit.
We walked three abreast . We liepen met z'n drieën naast elkaar.
He walked on and on in the rain . Hij liep maar door en door in de regen.
She walked as far as shinjuku . Ze liep zo ver als Shinjuku.
He walked on and on . Hij liep maar door en door.
They walked over the mat . Ze liepen over de mat.
We walked up and down the streets of kyoto . We liepen door de straten van Kyoto.
He walked home . Hij liep naar huis.
She walked about in search of the dress . Ze liep rond op zoek naar de jurk.
I walked to school . Ik liep naar school .
We walked slowly along the road . We liepen langzaam langs de weg.
I walked alone . Ik liep alleen.
He soon walked away . Hij liep snel weg.
|