DutchChinese VietnameseEnglishItalianGermanFrenchSpanishThaiTraditional Chinese>JapaneseKorean

1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)

Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
unser (Advanced search)

CORE WORDS

COMPOUND WORDS

5000 WORDS

PHRASES

We moeten onze planeet liefhebben en beschermen. We should love and protect our planet . (ENG ) (NL ) (0060)

Er zitten veel buitenlandse studenten op onze school. There are many foreign students in our school . (ENG ) (NL ) (0209)

We hebben onze bestemming bereikt. We have arrived at our destination . (ENG ) (NL ) (0244)

Zij is onze lerares. She is our teacher . (ENG ) (NL ) (0477)

We pakken onze spullen. We are packing our stuff . (ENG ) (NL ) (0529)

We zijn afgestudeerd! We have graduated ! (ENG ) (NL ) (0656)

Hij is de adjunct-directeur van ons bedrijf. He is the deputy manager of our company . (ENG ) (NL ) (0730)

We beginnen onze studie met de grondbeginselen. We'll begin our studies with the basics . (ENG ) (NL ) (0760)

Ons team bestaat uit vijf mensen, inclusief mijzelf. There are five people in our team including me . (ENG ) (NL ) (0820)

Wij doen zaken in overeenstemming met het contract. We conduct our business in accordance with the contract . (ENG ) (NL ) (0831)

Ze accepteerde ons voorstel. She agreed to our proposal . (ENG ) (NL ) (0855)

Ons team bestaat uit zes leden. There are six members in our team . (ENG ) (NL ) (0931)

We voeren een onderzoek uit bij onze klanten. We did a survey of our clients . (ENG ) (NL ) (0977)

We moeten onze historische schatten bewaren. We should protect our historical resources . (ENG ) (NL ) (1112)

Onze familie zal nooit gescheiden worden. Our family will never be separated . (ENG ) (NL ) (1138)

Ons leven is erg gelukkig. Our life is very happy . (ENG ) (NL ) (1152)

Dit is ons plan. Here , this is our plan . (ENG ) (NL ) (1803)

Zij is onze accountant. She is our accountant . (ENG ) (NL ) (2171)

Hij is onze nieuwe werknemer, Mr Zheng. He is our new coworker , Mr . Zheng . (ENG ) (NL ) (2197)

Een eerbetoon aan onze nobele beschermers. Salute the noble guards . (ENG ) (NL ) (2328)

Hij is onze voorzitter van de raad. He is our board chairman . (ENG ) (NL ) (2614)

De motor voor ons snijdt onze weg af. The motorcycle ahead cuts our way . (ENG ) (NL ) (2777)

Onze winsten zijn goed geweest dit jaar. Our profits have been good this year . (ENG ) (NL ) (2905)

Ons team won alle medailles in deze categorie. Our team has won all the medals in this category . (ENG ) (NL ) (3372)

The number of boys in our class is thirty .	Het aantal jongens in onze klas is dertig.
He is the most valuable player in our team .	Hij is de meest waardevolle speler in ons team.
We made the boy our guide .	We hebben de jongen tot onze gids gemaakt.
The automobile is of great use in our life .	De auto is van groot nut in ons leven.
Your work didn't come up to our expectations .	Je werk voldeed niet aan onze verwachtingen.
We lock our doors at night .	We doen onze deuren 's nachts op slot.
But for exams , our school life would be more fun .	Maar voor examens zou ons schoolleven leuker zijn.
We were in danger of losing our lives .	We dreigden ons leven te verliezen.
That has no bearing on our plan .	Dat heeft geen invloed op ons plan.
His opinion is quite different from ours .	Zijn mening is heel anders dan de onze.
Everything is ready now for our start .	Alles staat nu klaar voor onze start.
Are you agreeable to our plan ?	Gaat u akkoord met ons plan?
We can but do our best .	We kunnen maar ons best doen.
In our park , we have a nice slide for children to play on .	Op ons park hebben we een leuke glijbaan voor kinderen om op te spelen.
We did everything for the welfare of our children .	We hebben alles gedaan voor het welzijn van onze kinderen.
Our town is on the east side of the river .	Onze stad ligt aan de oostkant van de rivier.
Our school library has many books .	Onze schoolbibliotheek heeft veel boeken.
We hear music with our ears .	We horen muziek met onze oren.
When we entered the room , we took up our talk .	Toen we de kamer binnenkwamen, hervatten we ons gesprek.
We passed the evening away talking with our friends .	We brachten de avond door met praten met onze vrienden.
Thank you for taking the time out to pay a visit to our company .	Bedankt dat u de tijd heeft genomen om ons bedrijf te bezoeken.
Cars are running one after another before our eyes .	Auto's rijden achter elkaar voor onze ogen.
We put off our baseball game for two days .	We hebben onze honkbalwedstrijd twee dagen uitgesteld.
The teacher assented to our plan .	De leraar stemde in met ons plan.
Would you like to join our team ?	Wil je ons team komen versterken?
Our house was robbed while we were away .	Ons huis is beroofd terwijl we weg waren.
The boss of our company is always on the go .	De baas van ons bedrijf is altijd onderweg.
We were as one in our opinion .	We waren naar onze mening één.
Our teacher gives us a lot of homework .	Onze juf geeft ons veel huiswerk.
Our school is across the river .	Onze school ligt aan de overkant van de rivier.
Thank you . We'll do our best .	Bedankt . We zullen ons best doen .
At the new year , we spend a lot of time with our family .	Met nieuwjaar brengen we veel tijd door met ons gezin.
My mother finally approved of our plan .	Mijn moeder keurde uiteindelijk ons plan goed.
Can you find the time to play with our daughter ?	Kun je de tijd vinden om met onze dochter te spelen?
Our train was an hour late because of the heavy snow .	Onze trein had een uur vertraging door de hevige sneeuwval.
Our teacher likes his new car .	Onze leraar houdt van zijn nieuwe auto.
We look up to him as our leader .	We kijken naar hem op als onze leider.
He will blow our party .	Hij zal ons feest verpesten.
Our teacher said to us ,'' don't leave the room .''	Onze leraar zei tegen ons, '' verlaat de kamer niet. ''
As a rule , our english teacher gives a lot of homework .	Onze leraar Engels geeft in de regel veel huiswerk.
They are our cars .	Het zijn onze auto's.
They are jealous of our success .	Ze zijn jaloers op ons succes.
We have known each other since childhood .	We kennen elkaar van kinds af aan.
Let us start our week .	Laten we onze week beginnen.
Our teacher seemed angry .	Onze leraar leek boos.
You ought to have come to our party .	Je had naar ons feest moeten komen .
He is the best player on our team .	Hij is de beste speler van ons team.
A truck ran over our dog .	Er is een vrachtwagen over onze hond gereden.
We participated in the athletic meet of our company .	We hebben deelgenomen aan de atletiekbijeenkomst van ons bedrijf.
Our teacher looks very young .	Onze leraar ziet er erg jong uit.
Our company makes use of the internet .	Ons bedrijf maakt gebruik van internet.
His name is known to everybody in our town .	Zijn naam is bij iedereen in onze stad bekend.
Food works on our health .	Voeding werkt aan onze gezondheid.
A girl from america is in our class .	Een meisje uit Amerika zit in onze klas.
Our team won the game .	Ons team heeft de wedstrijd gewonnen.
Our business calls for a lot of people .	Onze business vraagt om veel mensen.
Our teacher is fresh out of college .	Onze leraar komt net van de universiteit.
Don't mention our plan to anybody .	Vertel niemand over ons plan.
Our teacher sometimes speaks quickly .	Onze juf praat soms snel.
We have already finished our dinner .	We zijn al klaar met ons avondeten.
We always spend our vacation by the sea .	We brengen onze vakantie altijd door aan zee.
No other woman in our company is so proud as she .	Geen andere vrouw in ons bedrijf is zo trots als zij.
We should observe our traffic rules .	We dienen onze verkeersregels in acht te nemen.
What to do next is our question .	Wat nu te doen is onze vraag.
Our work is almost over .	Ons werk zit er bijna op.
There is a garden at the back of our house .	Achter ons huis is een tuin.
Our teacher is well spoken of .	Er wordt goed over onze leraar gesproken.
You and I have succeeded in our attempt .	Jij en ik zijn geslaagd in onze poging.
Next to him , I'm the fastest runner in our class .	Naast hem ben ik de snelste loper van onze klas.
I've been friends with him since we were children .	Ik ben al bevriend met hem sinds we kinderen waren.
Our school is within ten minutes' walk of my house .	Onze school ligt op tien minuten lopen van mijn huis.
She thanked us for our help .	Ze bedankte ons voor onze hulp.
We must reflect on our failure .	We moeten nadenken over ons falen.
We are anxious about our daughter's health .	We maken ons zorgen over de gezondheid van onze dochter.
Everything is ready now for our start .	Alles staat nu klaar voor onze start.
We came by a tiny village on our way to the country .	Op weg naar het platteland kwamen we langs een klein dorpje.
The day when we arrived was a holiday .	De dag dat we aankwamen was een feestdag.
She needs our help .	Ze heeft onze hulp nodig.
There goes our bus . Now we'll have to walk .	Daar gaat onze bus. Nu zullen we moeten lopen.
The building on the hill is our school .	Het gebouw op de heuvel is onze school.
The result fell short of our expectations .	Het resultaat bleef achter bij onze verwachtingen.
Tom is the tallest boy in our class .	Tom is de langste jongen van onze klas.
The length of our stay there will be one week .	De duur van ons verblijf daar zal een week zijn.
My cousin works in a shop near our home .	Mijn neef werkt in een winkel vlakbij ons huis.
The result fell short of our expectations .	Het resultaat bleef achter bij onze verwachtingen.
Our team is likely to win the game .	Ons team zal waarschijnlijk de wedstrijd winnen.
Our school is situated on a hill .	Onze school ligt op een heuvel.
There are scarcely any flowers in our garden .	Er staan bijna geen bloemen in onze tuin.
All our plans went wrong .	Al onze plannen gingen mis.
Our car is three years older than yours .	Onze auto is drie jaar ouder dan die van jou.
Our school stands on the hill .	Onze school staat op de heuvel.
Our sister will be with us soon .	Onze zus zal spoedig bij ons zijn.
Tomorrow morning the house we appear .	Morgenochtend het huis verschijnen we.
Our stay in london was too short .	Ons verblijf in Londen was te kort.
Put our heads together .	Steek onze hoofden bij elkaar.
The weather has a great deal to do with our health .	Het weer heeft veel te maken met onze gezondheid.
We look up to him as our leader .	We kijken naar hem op als onze leider.
Those are our teachers' cars .	Dat zijn de auto's van onze leraren.
We were disappointed because we could not carry out our plan .	We waren teleurgesteld omdat we ons plan niet konden uitvoeren.
We cannot make a change in our schedule .	We kunnen geen wijzigingen aanbrengen in ons schema.
Tom is the tallest boy in our class .	Tom is de langste jongen van onze klas.
How about having a drink after we finish our work today ?	Wat dacht je van een drankje nadat we klaar zijn met ons werk vandaag?
Our teacher is stern to us .	Onze leraar is streng voor ons.
There is a small pond in our garden .	Er is een kleine vijver in onze tuin.
It serves our purpose .	Het dient ons doel.
Let me show you around our house .	Laat me je rondleiden in ons huis.
Our teacher is always cool .	Onze leraar is altijd cool.
We have respect for our teacher .	We hebben respect voor onze leraar.
We visited our father's grave .	We hebben het graf van onze vader bezocht.
Her story brought back our happy childhood .	Haar verhaal bracht onze gelukkige jeugd terug.
Our dog is in the kennel .	Onze hond zit in de kennel.
Most of our money goes for food .	Het meeste van ons geld gaat naar eten.
Your team is stronger than ours .	Uw team is sterker dan het onze.
We hear with our ears .	We horen met onze oren.
Up to the present we have enjoyed our trip very much .	Tot op heden hebben we erg genoten van onze reis.
We look up to him as our teacher .	We kijken naar hem op als onze leraar.
There is no returning to our younger days .	Er is geen terugkeer naar onze jongere dagen.
Our experiment went wrong last week .	Ons experiment ging vorige week mis.
Our athletic meet took place only three days ago .	Onze atletiekwedstrijd vond nog maar drie dagen geleden plaats.
He makes little of our efforts .	Hij maakt weinig van onze inspanningen.
We accustomed our children to sleeping alone .	We hebben onze kinderen eraan gewend om alleen te slapen.
Our city has no water service yet .	Onze stad heeft nog geen watervoorziening.
We hear with our ears .	We horen met onze oren.
They are likely to agree to our plan .	Ze zullen waarschijnlijk instemmen met ons plan.
Our teacher is always on time for class .	Onze leraar is altijd op tijd in de les.
Why don't you join our party ?	Waarom sluit je je niet aan bij ons feest?
I've known jim ever since we were children .	Ik ken Jim al sinds we kinderen waren.
Our teacher will give us difficult problems .	Onze leraar zal ons moeilijke problemen geven.
Our confidence in him is gone .	Ons vertrouwen in hem is weg.
Whether we succeed or not , we have to do our best .	Of het nu lukt of niet, we moeten ons best doen.
Cathy is coming to see our baby tonight .	Cathy komt vanavond naar onze baby.
Please take care of our dog while we're away .	Zorg alsjeblieft voor onze hond terwijl we weg zijn.
We should stick to our plan .	We moeten ons aan ons plan houden.
We must get to our destination .	We moeten op onze bestemming komen.
Our team has the game on ice .	Ons team heeft het spel op ijs.
Our school is right across the river .	Onze school ligt aan de overkant van de rivier.
Our parents should be taken care of .	Er moet voor onze ouders worden gezorgd.
Our family consists of five members .	Ons gezin bestaat uit vijf leden.
He belongs to our tennis team .	Hij behoort tot ons tennisteam.
Let's clean our room .	Laten we onze kamer opruimen.
We owed our success to their help .	Aan hun hulp hebben we ons succes te danken.
Our boss turned down our proposal .	Onze baas wees ons voorstel af.
Our class has forty-five students .	Onze klas heeft vijfenveertig leerlingen.
Our cat is in the kitchen .	Onze kat is in de keuken.
Now , let's begin our job .	Laten we nu aan onze taak beginnen.
He is anxious for our happiness .	Hij is bezorgd om ons geluk.
The chances are very good that our team will win .	De kans is groot dat ons team wint.
Our trip is dependent on the weather .	Onze reis is afhankelijk van het weer.
There is a gulf between our opinions .	Er gaapt een kloof tussen onze meningen.
Endless winter of our time .	Eindeloze winter van onze tijd.
Will you join our club ?	Word jij lid van onze club?
The village is connected with our town by a bridge .	Het dorp is met een brug verbonden met onze stad.
A storm was approaching our town .	Een storm naderde onze stad.
You'll find our house at the end of the next street .	U vindt ons huis aan het einde van de volgende straat.
The automobile has changed our life .	De auto heeft ons leven veranderd.
Let's keep our design dark for a short time .	Laten we ons ontwerp een korte tijd donker houden.
We should look after our parents .	We moeten voor onze ouders zorgen.
Please visit us in our new office .	Bezoek ons gerust in ons nieuwe kantoor.
What happened to our food ?	Wat is er met ons eten gebeurd?
Our work is all over now .	Ons werk zit er nu op.
Our teacher began singing a song well .	Onze juf begon een liedje goed te zingen.
Our son was killed in action .	Onze zoon is gesneuveld.
Our teacher told us that we should do our best .	Onze leraar zei dat we ons best moesten doen.
Our school has broken up for the summer .	Onze school is voor de zomer uit elkaar gegaan.
Our teacher will give us difficult problems .	Onze leraar zal ons moeilijke problemen geven.
These are our books .	Dit zijn onze boeken.
That is our baseball field .	Dat is ons honkbalveld.
There are many parks in our town .	Er zijn veel parken in onze stad.
All our effort ended in failure .	Al onze inspanningen liepen op een mislukking uit.
We cannot have our own way in everything .	We kunnen niet in alles onze zin krijgen.
Among those present was our principal .	Onder de aanwezigen was onze directeur.

Het aantal jongens in onze klas is dertig.

Hij is de meest waardevolle speler in ons team.

We hebben de jongen tot onze gids gemaakt.

De auto is van groot nut in ons leven.

Je werk voldeed niet aan onze verwachtingen.

We doen onze deuren 's nachts op slot.

Maar voor examens zou ons schoolleven leuker zijn.

We dreigden ons leven te verliezen.

Dat heeft geen invloed op ons plan.

Zijn mening is heel anders dan de onze.

Alles staat nu klaar voor onze start.

Gaat u akkoord met ons plan?

We kunnen maar ons best doen.

Op ons park hebben we een leuke glijbaan voor kinderen om op te spelen.

We hebben alles gedaan voor het welzijn van onze kinderen.

Onze stad ligt aan de oostkant van de rivier.

Onze schoolbibliotheek heeft veel boeken.

We horen muziek met onze oren.

Toen we de kamer binnenkwamen, hervatten we ons gesprek.

We brachten de avond door met praten met onze vrienden.

Bedankt dat u de tijd heeft genomen om ons bedrijf te bezoeken.

Auto's rijden achter elkaar voor onze ogen.

We hebben onze honkbalwedstrijd twee dagen uitgesteld.

De leraar stemde in met ons plan.

Wil je ons team komen versterken?

Ons huis is beroofd terwijl we weg waren.

De baas van ons bedrijf is altijd onderweg.

We waren naar onze mening één.

Onze juf geeft ons veel huiswerk.

Onze school ligt aan de overkant van de rivier.

Bedankt . We zullen ons best doen .

Met nieuwjaar brengen we veel tijd door met ons gezin.

Mijn moeder keurde uiteindelijk ons plan goed.

Kun je de tijd vinden om met onze dochter te spelen?

Onze trein had een uur vertraging door de hevige sneeuwval.

Onze leraar houdt van zijn nieuwe auto.

We kijken naar hem op als onze leider.

Hij zal ons feest verpesten.

Onze leraar zei tegen ons, '' verlaat de kamer niet. ''

Onze leraar Engels geeft in de regel veel huiswerk.

Het zijn onze auto's.

Ze zijn jaloers op ons succes.

We kennen elkaar van kinds af aan.

Laten we onze week beginnen.

Onze leraar leek boos.

Je had naar ons feest moeten komen .

Hij is de beste speler van ons team.

Er is een vrachtwagen over onze hond gereden.

We hebben deelgenomen aan de atletiekbijeenkomst van ons bedrijf.

Onze leraar ziet er erg jong uit.

Ons bedrijf maakt gebruik van internet.

Zijn naam is bij iedereen in onze stad bekend.

Voeding werkt aan onze gezondheid.

Een meisje uit Amerika zit in onze klas.

Ons team heeft de wedstrijd gewonnen.

Onze business vraagt om veel mensen.

Onze leraar komt net van de universiteit.

Vertel niemand over ons plan.

Onze juf praat soms snel.

We zijn al klaar met ons avondeten.

We brengen onze vakantie altijd door aan zee.

Geen andere vrouw in ons bedrijf is zo trots als zij.

We dienen onze verkeersregels in acht te nemen.

Wat nu te doen is onze vraag.

Ons werk zit er bijna op.

Achter ons huis is een tuin.

Er wordt goed over onze leraar gesproken.

Jij en ik zijn geslaagd in onze poging.

Naast hem ben ik de snelste loper van onze klas.

Ik ben al bevriend met hem sinds we kinderen waren.

Onze school ligt op tien minuten lopen van mijn huis.

Ze bedankte ons voor onze hulp.

We moeten nadenken over ons falen.

We maken ons zorgen over de gezondheid van onze dochter.

Alles staat nu klaar voor onze start.

Op weg naar het platteland kwamen we langs een klein dorpje.

De dag dat we aankwamen was een feestdag.

Ze heeft onze hulp nodig.

Daar gaat onze bus. Nu zullen we moeten lopen.

Het gebouw op de heuvel is onze school.

Het resultaat bleef achter bij onze verwachtingen.

Tom is de langste jongen van onze klas.

De duur van ons verblijf daar zal een week zijn.

Mijn neef werkt in een winkel vlakbij ons huis.

Het resultaat bleef achter bij onze verwachtingen.

Ons team zal waarschijnlijk de wedstrijd winnen.

Onze school ligt op een heuvel.

Er staan bijna geen bloemen in onze tuin.

Al onze plannen gingen mis.

Onze auto is drie jaar ouder dan die van jou.

Onze school staat op de heuvel.

Onze zus zal spoedig bij ons zijn.

Morgenochtend het huis verschijnen we.

Ons verblijf in Londen was te kort.

Steek onze hoofden bij elkaar.

Het weer heeft veel te maken met onze gezondheid.

We kijken naar hem op als onze leider.

Dat zijn de auto's van onze leraren.

We waren teleurgesteld omdat we ons plan niet konden uitvoeren.

We kunnen geen wijzigingen aanbrengen in ons schema.

Tom is de langste jongen van onze klas.

Wat dacht je van een drankje nadat we klaar zijn met ons werk vandaag?

Onze leraar is streng voor ons.

Er is een kleine vijver in onze tuin.

Het dient ons doel.

Laat me je rondleiden in ons huis.

Onze leraar is altijd cool.

We hebben respect voor onze leraar.

We hebben het graf van onze vader bezocht.

Haar verhaal bracht onze gelukkige jeugd terug.

Onze hond zit in de kennel.

Het meeste van ons geld gaat naar eten.

Uw team is sterker dan het onze.

We horen met onze oren.

Tot op heden hebben we erg genoten van onze reis.

We kijken naar hem op als onze leraar.

Er is geen terugkeer naar onze jongere dagen.

Ons experiment ging vorige week mis.

Onze atletiekwedstrijd vond nog maar drie dagen geleden plaats.

Hij maakt weinig van onze inspanningen.

We hebben onze kinderen eraan gewend om alleen te slapen.

Onze stad heeft nog geen watervoorziening.

We horen met onze oren.

Ze zullen waarschijnlijk instemmen met ons plan.

Onze leraar is altijd op tijd in de les.

Waarom sluit je je niet aan bij ons feest?

Ik ken Jim al sinds we kinderen waren.

Onze leraar zal ons moeilijke problemen geven.

Ons vertrouwen in hem is weg.

Of het nu lukt of niet, we moeten ons best doen.

Cathy komt vanavond naar onze baby.

Zorg alsjeblieft voor onze hond terwijl we weg zijn.

We moeten ons aan ons plan houden.

We moeten op onze bestemming komen.

Ons team heeft het spel op ijs.

Onze school ligt aan de overkant van de rivier.

Er moet voor onze ouders worden gezorgd.

Ons gezin bestaat uit vijf leden.

Hij behoort tot ons tennisteam.

Laten we onze kamer opruimen.

Aan hun hulp hebben we ons succes te danken.

Onze baas wees ons voorstel af.

Onze klas heeft vijfenveertig leerlingen.

Onze kat is in de keuken.

Laten we nu aan onze taak beginnen.

Hij is bezorgd om ons geluk.

De kans is groot dat ons team wint.

Onze reis is afhankelijk van het weer.

Er gaapt een kloof tussen onze meningen.

Eindeloze winter van onze tijd.

Word jij lid van onze club?

Het dorp is met een brug verbonden met onze stad.

Een storm naderde onze stad.

U vindt ons huis aan het einde van de volgende straat.

De auto heeft ons leven veranderd.

Laten we ons ontwerp een korte tijd donker houden.

We moeten voor onze ouders zorgen.

Bezoek ons gerust in ons nieuwe kantoor.

Wat is er met ons eten gebeurd?

Ons werk zit er nu op.

Onze juf begon een liedje goed te zingen.

Onze zoon is gesneuveld.

Onze leraar zei dat we ons best moesten doen.

Onze school is voor de zomer uit elkaar gegaan.

Onze leraar zal ons moeilijke problemen geven.

Dit zijn onze boeken.

Dat is ons honkbalveld.

Er zijn veel parken in onze stad.

Al onze inspanningen liepen op een mislukking uit.

We kunnen niet in alles onze zin krijgen.

Onder de aanwezigen was onze directeur.