Ik heb groenten, fruit, enz. gekocht.  I bought vegetables , fruits , etc . (ENG ) (NL ) (0171) | ||||||||||||||
We gaan naar de supermarkt om groente te kopen.  We go to the supermarket to buy vegetables . (ENG ) (NL ) (0310) | ||||||||||||||
Bij de kraam worden veel groenten tentoongesteld.  Many vegetables are on display at the stall . (ENG ) (NL ) (0336) | ||||||||||||||
Paprika's, uien en wortelen zijn allemaal groenten.  Peppers , onions and carrots are all vegetables . (ENG ) (NL ) (1042) | ||||||||||||||
Op de markt worden allerlei soorten groenten verkocht.  All kinds of vegetables are sold in the market . (ENG ) (NL ) (1736) | ||||||||||||||
Er zijn veel marskramers die groenten verkopen bij de rivier.  There are many peddlers selling vegetables by the riverside . (ENG ) (NL ) (1775) | ||||||||||||||
Er zitten veel groenten in de zak.  There are a lot of vegetables in the bag . (ENG ) (NL ) (1873) | ||||||||||||||
Ze houdt van groenten.  She loves vegetables . (ENG ) (NL ) (2494) | ||||||||||||||
Deze groente heeft waar voor z'n geld.  This vegetable is good value for money . (ENG ) (NL ) (2735) | ||||||||||||||
He got me some vegetables . | Hij heeft wat groenten voor me gehaald. | You should eat more vegetables . | Je zou meer groenten moeten eten.
What do you call this vegetable in english ? Hoe noem je deze groente in het Engels?
Some children do not like vegetables . Sommige kinderen houden niet van groenten.
She bought some vegetables yesterday . Ze heeft gisteren wat groenten gekocht.
|