1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
pi (Advanced search)




CORE WORDS






COMPOUND WORDS


5000 WORDS




L068 9 P2539 pin die Batterie





pin P2539








PHRASES



Ik heb een stuk pizza besteld.



I have ordered a piece of pizza .


(ENG )
(NL )

(0581)

De verkoper vroeg me mijn PIN nummer in te voeren.



The salesperson asked me to enter my pin number .


(ENG )
(NL )

(0750)

Ze speelt piano.



She is playing the piano .


(ENG )
(NL )

(1820)

De Olympische Spelen van 2008 werden gehouden in Beijing.



The 2008 Olympic Games were held in Beijing .


(ENG )
(NL )

(1852)

Mijn leraar begeleidde me op de piano.



My teacher accompanied me on the piano .


(ENG )
(NL )

(1989)

Deze pizza is erg dun.



This pizza is very thin .


(ENG )
(NL )

(2144)

Dit is de Scheve Toren van Pisa.



This is the Leaning Tower of Pisa .


(ENG )
(NL )

(2444)

Ze keek naar de bladmuziek en speelde piano.



She looked at the sheet music and played the piano .


(ENG )
(NL )

(2660)





I accompanied her on the piano .

Ik begeleidde haar op de piano.

I often hear her play the piano .

Ik hoor haar vaak piano spelen.

I can't play the piano , but she can .

Ik kan geen piano spelen , maar zij wel .

He was playing the piano .

Hij speelde piano.

I play the piano a little .

Ik speel een beetje piano.

Play chopin for me .

Speel chopin voor mij.

A piano is expensive , but a car is more expensive .

Een piano is duur, maar een auto is duurder.

Do you like the piano ?

Hou je van de piano?

How well she plays the piano !

Wat speelt ze goed piano!

The piano has a good tone .

De piano heeft een goede toon.

I hear that you play the piano .

Ik hoor dat je piano speelt .

My sister plays the piano every day .

Mijn zus speelt elke dag piano.

She can play the piano .

Zij kan piano spelen .

She practiced playing the piano again and again .

Ze oefende keer op keer piano spelen.

She has been practicing the piano since morning .

Ze oefent al sinds de ochtend piano.

Does he play the piano ?

Speelt hij piano?

She had long been learning to play the piano .

Ze leerde al lang piano spelen.

I am playing the piano now .

Ik speel nu piano.

I'd like to buy a picasso .

Ik wil graag een picasso kopen.

She played a tune on the piano .

Ze speelde een deuntje op de piano.

She plays the piano very well .

Ze speelt heel goed piano.

I can't picture her playing the piano .

Ik kan me niet voorstellen dat ze piano speelt.

Mary put her piano up for sale .

Mary zette haar piano te koop.

Take the battery off the machine .

Haal de accu van de machine.

Take this aspirin .

Neem deze aspirine.

Does she play the piano ?

Speelt ze piano?

I am familiar with the piano .

Ik ben bekend met de piano.

The women are relaxing on the piano .

De vrouwen zitten ontspannen op de piano.

His wife accompanied him on the piano .

Zijn vrouw begeleidde hem op de piano.

I bought a picasso .

Ik heb een picasso gekocht.

She was not a very good pianist .

Ze was geen erg goede pianiste.

He knows how to play the piano .

Hij weet hoe hij piano moet spelen.

He plays the piano for his own amusement .

Hij speelt piano voor zijn eigen vermaak.

She was heard to sing to the piano .

Men hoorde haar zingen voor de piano.

She can't play the piano very well .

Ze kan niet zo goed piano spelen.

I see mary playing the piano .

Ik zie Mary piano spelen.

He played piano by ear .

Hij speelde piano op gehoor.

She will accompany me on the piano .

Ze zal me begeleiden op de piano.

This is the first time I have seen a spielberg movie .

Dit is de eerste keer dat ik een Spielberg-film heb gezien.

Not a day passed but I practiced playing the piano .

Er ging geen dag voorbij of ik oefende piano spelen.

Jim accompanied her on the piano .

Jim begeleidde haar op de piano.

You can play this piano , but not at night .

Je kunt op deze piano spelen, maar niet 's nachts.

It is difficult to play the piano .

Het is moeilijk om piano te spelen.

Did you have a piano lesson that day ?

Heb je die dag pianoles gehad?

He can play the piano better than I.

Hij kan beter piano spelen dan ik.



Ik begeleidde haar op de piano.
Ik hoor haar vaak piano spelen.
Ik kan geen piano spelen , maar zij wel .
Hij speelde piano.
Ik speel een beetje piano.
Speel chopin voor mij.
Een piano is duur, maar een auto is duurder.
Hou je van de piano?
Wat speelt ze goed piano!
De piano heeft een goede toon.
Ik hoor dat je piano speelt .
Mijn zus speelt elke dag piano.
Zij kan piano spelen .
Ze oefende keer op keer piano spelen.
Ze oefent al sinds de ochtend piano.
Speelt hij piano?
Ze leerde al lang piano spelen.
Ik speel nu piano.
Ik wil graag een picasso kopen.
Ze speelde een deuntje op de piano.
Ze speelt heel goed piano.
Ik kan me niet voorstellen dat ze piano speelt.
Mary zette haar piano te koop.
Haal de accu van de machine.
Neem deze aspirine.
Speelt ze piano?
Ik ben bekend met de piano.
De vrouwen zitten ontspannen op de piano.
Zijn vrouw begeleidde hem op de piano.
Ik heb een picasso gekocht.
Ze was geen erg goede pianiste.
Hij weet hoe hij piano moet spelen.
Hij speelt piano voor zijn eigen vermaak.
Men hoorde haar zingen voor de piano.
Ze kan niet zo goed piano spelen.
Ik zie Mary piano spelen.
Hij speelde piano op gehoor.
Ze zal me begeleiden op de piano.
Dit is de eerste keer dat ik een Spielberg-film heb gezien.
Er ging geen dag voorbij of ik oefende piano spelen.
Jim begeleidde haar op de piano.
Je kunt op deze piano spelen, maar niet 's nachts.
Het is moeilijk om piano te spelen.
Heb je die dag pianoles gehad?
Hij kan beter piano spelen dan ik.