1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
nord (Advanced search)




CORE WORDS






COMPOUND WORDS


5000 WORDS

















PHRASES



Het sneeuwt in het noorden.



It is snowing in the north .


(ENG )
(NL )

(0242)

IJsberen leven op de Noordpool.



Polar bears live at the North Pole .


(ENG )
(NL )

(0521)

Mongoliƫ ligt ten noorden van China.



Mongolia is north of China .


(ENG )
(NL )

(1845)

Deze brug loopt door de stad van noord naar zuid.



This bridge runs across the city from north to south .


(ENG )
(NL )

(1954)

Het landschap ten noorden van de Chinese Muur is prachtig.



The scenery north of the Great Wall is beautiful .


(ENG )
(NL )

(2883)

Tokio ligt op 32 graden noorderbreedte.



Tokyo is latitude is 32 degrees north .


(ENG )
(NL )

(3353)





In the north it is cold in winter .

In het noorden is het 's winters koud.

They sent him to north america .

Ze stuurden hem naar Noord-Amerika.



In het noorden is het 's winters koud.
Ze stuurden hem naar Noord-Amerika.