She will start her maternity leave next week . | Volgende week gaat ze met zwangerschapsverlof in. | She is going to france next week . | Ze gaat volgende week naar Frankrijk.
Will he come to the meeting next week ? Komt hij volgende week naar de vergadering?
The baseball match will come off next week . De honkbalwedstrijd komt volgende week los.
That man is going on trial next week . Die man staat volgende week terecht.
Would you like to come in for an interview next week ? Wil je volgende week langskomen voor een gesprek?
What will we be doing this time next week ? Wat gaan we volgende week om deze tijd doen?
Please remember to see my father next week . Vergeet niet mijn vader volgende week te zien .
She will give a party next week . Volgende week geeft ze een feest.
I will go to new york next week . Volgende week ga ik naar New York.
He will make a business trip to london next week . Volgende week gaat hij op zakenreis naar Londen.
I'll be busy next week . Volgende week heb ik het druk.
Won't you come and see me next week ? Kom je me volgende week niet opzoeken?
He is leaving for new york next week . Volgende week vertrekt hij naar New York.
Let's put it off till next week . Laten we het uitstellen tot volgende week.
Will she be able to leave the hospital next week ? Zal ze volgende week het ziekenhuis kunnen verlaten?
I am supposed to go to tokyo next week . Ik moet volgende week naar Tokio.
There is no guarantee that he'll be back next week . Er is geen garantie dat hij volgende week terug is.
I'll have to work overtime every day next week . Volgende week moet ik elke dag overwerken.
The meeting has been fixed for next week . De vergadering is vastgesteld voor volgende week.
Yoko will go to kyoto next week . Yoko gaat volgende week naar Kyoto.
The game was put off until next week . De wedstrijd werd uitgesteld tot volgende week.
I'll get you the info you need by next week . Ik bezorg je volgende week de informatie die je nodig hebt.
I will be seventeen next week . Volgende week word ik zeventien.
We think it possible that they may arrive next week . We denken dat het mogelijk is dat ze volgende week aankomen.
I'm going to see the sights of london next week . Ik ga volgende week de bezienswaardigheden van Londen bekijken.
The meeting has been put off until next week . De vergadering is uitgesteld tot volgende week.
He leaves for new york next week . Volgende week vertrekt hij naar New York.
|