Mijn moeder en ik gaan naar de supermarkt.  My mom and I are going to the supermarket . (ENG ) (NL ) (0058) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit is een fruitmarkt.  This is a fruit market . (ENG ) (NL ) (0220) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
We gaan naar de supermarkt om groente te kopen.  We go to the supermarket to buy vegetables . (ENG ) (NL ) (0310) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Er zijn veel verschillende soorten fruit in de supermarkt.  There are many kinds of fruit in the supermarket . (ENG ) (NL ) (0394) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De klanten kunnen om het even welk voedsel in de supermarkt kiezen dat zij willen.  Customers can choose any food they want in the supermarket . (ENG ) (NL ) (0689) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De aandelenmarkt zit in een opwaartse trend.  The stock market is trending upwards . (ENG ) (NL ) (0736) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik ben in de supermarkt.  I am in the supermarket . (ENG ) (NL ) (0927) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De wekelijkse markt is zeer levendig.  The farmer's market is very lively . (ENG ) (NL ) (1026) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Er is een enorme variëteit aan fruit in de supermarkt.  There is a tremendous variety of fruits in the supermarket . (ENG ) (NL ) (1266) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het fruit in de supermarkt is erg vers.  The fruit in the supermarket is very fresh . (ENG ) (NL ) (1345) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op de markt worden allerlei soorten groenten verkocht.  All kinds of vegetables are sold in the market . (ENG ) (NL ) (1736) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het is erg druk op de markt.  It is very crowded in the market . (ENG ) (NL ) (2183) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De beurs vertoont een stijgende lijn.  The stock market is trending upwards . (ENG ) (NL ) (2320) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De supermarkt heeft allerlei soorten fruit.  The supermarket has all types of fruits . (ENG ) (NL ) (2661) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De aandelenmarkt daalde.  The stock market fell . (ENG ) (NL ) (2683) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I often run into her at the supermarket . | Ik kom haar vaak tegen in de supermarkt. | What a big supermarket ! | Wat een grote supermarkt!
She goes to market every day . Ze gaat elke dag naar de markt.
Do you have to go to market , too ? Moet jij ook naar de markt?
The best is best cheap . Het beste is het beste goedkoop.
I bought this bicycle dirt-cheap . Ik heb deze fiets spotgoedkoop gekocht.
We see each other at the supermarket now and then . We zien elkaar af en toe in de supermarkt.
My mother goes to the market every day to buy things . Mijn moeder gaat elke dag naar de markt om dingen te kopen.
I went to market after he came home . Ik ging naar de markt nadat hij thuiskwam.
There is a market in the town . Er is een markt in de stad.
I have been to the supermarket . Ik ben naar de supermarkt geweest.
When are they going to put the book on the market ? Wanneer gaan ze het boek op de markt brengen?
I sold my books cheaply . Ik heb mijn boeken goedkoop verkocht.
A fire broke out in the supermarket last night . Vannacht is er brand uitgebroken in de supermarkt.
I wish I could buy that house cheap . Ik wou dat ik dat huis goedkoop kon kopen.
|