1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
london (Advanced search)




CORE WORDS




Tanaka6000 london Tanaka6000 londoner

COMPOUND WORDS


Greater London {prop} (City of London, Westminster and 31 other London boroughs) London {prop} (in Canada) London {prop} (in the United Kingdom) Londoner {n} (A person from, or an inhabitant of, London) Londonian {n} (Londoner) SEE: Londoner :: London Underground {prop} (the London underground) Tower of London {prop} (a fortress in London)

5000 WORDS

















PHRASES



Hij was eens in Londen.



He is been to London once .


(ENG )
(NL )

(0200)

Londen is de hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk.



London is the capital of the UK .


(ENG )
(NL )

(0273)





We got to know each other in london .

We leerden elkaar kennen in Londen.

Was her uncle staying in london ?

Verbleef haar oom in Londen?

My father has visited london many times .

Mijn vader is vaak in Londen geweest.

He goes to london once a month .

Hij gaat een keer per maand naar Londen.

London was bombed several times .

Londen werd verschillende keren gebombardeerd.

I am assumed to go to london .

Er wordt aangenomen dat ik naar Londen ga.

He set out for london early in july .

Begin juli vertrok hij naar Londen.

Have you been to london before ?

Ben jij eerder in Londen geweest ?

They set up a new company in london .

Ze richtten een nieuw bedrijf op in Londen.

It's eight miles from here to london .

Het is acht mijl van hier naar Londen.

John cannot be living in london now .

John kan nu niet in Londen wonen.

We got to london yesterday .

We zijn gisteren in Londen aangekomen.

We were in london last winter .

Afgelopen winter waren we in Londen.

He is a londoner by birth .

Hij is een Londenaar van geboorte.

Jim has gone to london .

Jim is naar Londen gegaan.

We flew from london to new york .

We vlogen van Londen naar New York.

The train got into london .

De trein kwam Londen binnen.

She went either to london or to paris .

Ze ging of naar Londen of naar Parijs.

I met her in london for the first time .

Ik ontmoette haar voor het eerst in Londen.

We went by bus as far as london .

We gingen met de bus tot in Londen.

The weather is fine in london .

Het is mooi weer in Londen.

When did you get back from london ?

Wanneer ben je teruggekomen uit Londen?

We will reach london before dark .

We zullen Londen voor het donker bereiken.

During my stay in london , I met him .

Tijdens mijn verblijf in Londen heb ik hem ontmoet.

He left for london yesterday .

Hij is gisteren naar Londen vertrokken.

My brother has been living in london for many years .

Mijn broer woont al vele jaren in Londen.

He will make a business trip to london next week .

Volgende week gaat hij op zakenreis naar Londen.

He took many pictures in london .

Hij nam veel foto's in Londen.

He is about to leave for london .

Hij staat op het punt naar Londen te vertrekken.

Our stay in london was too short .

Ons verblijf in Londen was te kort.

He set off for london .

Hij vertrok naar Londen.

Did you visit the tower of london ?

Heb je de Tower of London bezocht?

The town lies just above london .

De stad ligt net boven Londen.

He flew from london to paris .

Hij vloog van Londen naar Parijs.

Is this the train for london ?

Is dit de trein naar Londen?

The plane was approaching london .

Het vliegtuig naderde Londen.

She ordered the book from london .

Ze bestelde het boek in Londen.

I ordered some books from london .

Ik heb wat boeken uit Londen besteld.

There are a lot of parks in london .

Er zijn veel parken in Londen.

Now and then , we go to london on business .

Af en toe gaan we voor zaken naar Londen .

It happened that we were in london .

Toevallig waren we in Londen.

London is one of the largest cities in the world .

Londen is een van de grootste steden ter wereld.

I am in london .

Ik ben in Londen .

When did you get to london ?

Wanneer ben je in Londen aangekomen?

She is living in london .

Ze woont in Londen.

We went to see a comedy in london .

We gingen naar een komedie in Londen.

I'm going to see the sights of london next week .

Ik ga volgende week de bezienswaardigheden van Londen bekijken.

We showed him some pictures of london .

We lieten hem wat foto's van Londen zien.

He has started for london .

Hij is vertrokken naar Londen.

He made a long stay in london .

Hij maakte een lang verblijf in Londen.



We leerden elkaar kennen in Londen.
Verbleef haar oom in Londen?
Mijn vader is vaak in Londen geweest.
Hij gaat een keer per maand naar Londen.
Londen werd verschillende keren gebombardeerd.
Er wordt aangenomen dat ik naar Londen ga.
Begin juli vertrok hij naar Londen.
Ben jij eerder in Londen geweest ?
Ze richtten een nieuw bedrijf op in Londen.
Het is acht mijl van hier naar Londen.
John kan nu niet in Londen wonen.
We zijn gisteren in Londen aangekomen.
Afgelopen winter waren we in Londen.
Hij is een Londenaar van geboorte.
Jim is naar Londen gegaan.
We vlogen van Londen naar New York.
De trein kwam Londen binnen.
Ze ging of naar Londen of naar Parijs.
Ik ontmoette haar voor het eerst in Londen.
We gingen met de bus tot in Londen.
Het is mooi weer in Londen.
Wanneer ben je teruggekomen uit Londen?
We zullen Londen voor het donker bereiken.
Tijdens mijn verblijf in Londen heb ik hem ontmoet.
Hij is gisteren naar Londen vertrokken.
Mijn broer woont al vele jaren in Londen.
Volgende week gaat hij op zakenreis naar Londen.
Hij nam veel foto's in Londen.
Hij staat op het punt naar Londen te vertrekken.
Ons verblijf in Londen was te kort.
Hij vertrok naar Londen.
Heb je de Tower of London bezocht?
De stad ligt net boven Londen.
Hij vloog van Londen naar Parijs.
Is dit de trein naar Londen?
Het vliegtuig naderde Londen.
Ze bestelde het boek in Londen.
Ik heb wat boeken uit Londen besteld.
Er zijn veel parken in Londen.
Af en toe gaan we voor zaken naar Londen .
Toevallig waren we in Londen.
Londen is een van de grootste steden ter wereld.
Ik ben in Londen .
Wanneer ben je in Londen aangekomen?
Ze woont in Londen.
We gingen naar een komedie in Londen.
Ik ga volgende week de bezienswaardigheden van Londen bekijken.
We lieten hem wat foto's van Londen zien.
Hij is vertrokken naar Londen.
Hij maakte een lang verblijf in Londen.