1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
lipstick (Advanced search)




CORE WORDS






COMPOUND WORDS


lipstick {n} (make-up for the lips) slipstick {n} (slide rule) SEE: slide rule ::

5000 WORDS

















PHRASES



Er is de afdruk van een rode lippenstift op de kraag.



There is a red lipstick mark on the collar .


(ENG )
(NL )

(1040)

Ze doet lippenstift op.



She is putting on lipstick .


(ENG )
(NL )

(2387)

Ze brengt gezichtspoeder en lippenstift aan.



She is putting on face powder and lipstick .


(ENG )
(NL )

(2895)