1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)

Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
lächerlich (Advanced search)

deride {v} (to harshly mock; ridicule) derisive {adj} (deserving or provoking derision) laughable {adj} (fitted to exite laughter) ridiculous {adj} (foolish)

You are being ridiculous today .	Je bent belachelijk vandaag .
They were making a fool of me .	Ze hielden me voor de gek.
What a ridiculous opinion that is !	Wat een belachelijke mening is dat!
Stop making a fool of yourself .	Stop met jezelf voor de gek te houden.
If you do that , you're going to subject yourself to ridicule .	Als je dat doet, maak je jezelf belachelijk.