Ze is geïnteresseerd in koken.  She is interested in cooking . (ENG ) (NL ) (0564) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het residu van de bereiding van bonengelei wordt ook gebruikt als ingrediënt in de keuken.  The residue from the process of making bean curd is also used as an ingredient in cooking . (ENG ) (NL ) (3215) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I'm no better at cooking than my mother . | Ik ben niet beter in koken dan mijn moeder. | Please tell me what kind of cooking this is . | Vertel me alsjeblieft wat voor soort keuken dit is.
Are you good at cooking ? Ben je goed in koken ?
Jane asked me if I would like to cook . Jane vroeg me of ik zin had om te koken.
She was kind enough to make tea for us . Ze was zo vriendelijk om thee voor ons te zetten.
Cooking is interesting . Koken is interessant.
Do you like to cook japanese foods ? Vind je het leuk om Japans eten te koken?
She asked us if we would like to cook . Ze vroeg ons of we zin hadden om te koken.
My sister isn't used to cooking . Mijn zus is niet gewend om te koken.
Can you cook a meal ? Kun je een maaltijd koken?
Cooking takes up too much time . Koken kost te veel tijd.
Please help me cook . Help me alsjeblieft met koken.
Jane told us that cooking was not difficult . Jane vertelde ons dat koken niet moeilijk was.
My mother is busy cooking supper . Mijn moeder is bezig met het koken van het avondeten.
She helped cook lunch . Ze hielp bij het koken van de lunch.
She is busy cooking dinner . Ze is druk bezig met het koken van het avondeten.
I'll cook for you tonight . Ik kook vanavond voor je.
I am busy cooking at the moment . Ik ben momenteel druk aan het koken.
But I am able to cook well . Maar ik kan goed koken.
Bob can cook . Bob kan koken.
|