1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
ir de compras (Advanced search)




CORE WORDS






COMPOUND WORDS


5000 WORDS











ir de compras P0682





PHRASES



Winkelen maakt vrouwen gelukkig.



Shopping can satisfy a woman ./Shopping makes the women satisfied


(ENG )
(NL )

(0998)





Mother has just gone shopping .

Moeder is net boodschappen gaan doen.

I have to go shopping .

Ik moet gaan winkelen .

John asked mary whether she would like to go shopping .

John vroeg Mary of ze zin had om te gaan winkelen.

She is all for going shopping .

Ze is er helemaal voor om te gaan winkelen.

Would you like to come shopping with me ?

Kom je gezellig bij mij shoppen?

How soon are you going shopping ?

Hoe laat ga je shoppen?

She has to go shopping in the afternoon .

Ze moet 's middags gaan winkelen.



Moeder is net boodschappen gaan doen.
Ik moet gaan winkelen .
John vroeg Mary of ze zin had om te gaan winkelen.
Ze is er helemaal voor om te gaan winkelen.
Kom je gezellig bij mij shoppen?
Hoe laat ga je shoppen?
Ze moet 's middags gaan winkelen.