1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
il negozio (Advanced search)




CORE WORDS






COMPOUND WORDS


5000 WORDS












il negozio P0677 il negozio di musica P0883 il negozio di giocattoli P0886 il negozio P0928 il negozio di articoli sportivi P3617 il negozio di mobili P4824




PHRASES



De winkel is gesloten.



The shop is closed .


(ENG )
(NL )

(0390)

De winkel is gesloten.



The shop has closed down .


(ENG )
(NL )

(1386)





The store is just across from my house .

De winkel is tegenover mijn huis.

What time did you shut the shop ?

Hoe laat sloot u de winkel?

When is the store open till ?

Tot wanneer is de winkel open?

He showed me the way to the store .

Hij wees me de weg naar de winkel.

Where is the hospital shop ?

Waar is de ziekenhuiswinkel?

The store is not open today .

De winkel is vandaag niet open.

The store is just across from my house .

De winkel is tegenover mijn huis.

The shop is across from the bank .

De winkel is tegenover de bank.

The store might be closed already .

De winkel is misschien al gesloten.

The shop is closed on sunday .

Zondag is de winkel gesloten.

The shop is closed today .

De winkel is vandaag gesloten.

The store is open all the year round .

De winkel is het hele jaar open.

Is the store near at hand ?

Is de winkel dichtbij?



De winkel is tegenover mijn huis.
Hoe laat sloot u de winkel?
Tot wanneer is de winkel open?
Hij wees me de weg naar de winkel.
Waar is de ziekenhuiswinkel?
De winkel is vandaag niet open.
De winkel is tegenover mijn huis.
De winkel is tegenover de bank.
De winkel is misschien al gesloten.
Zondag is de winkel gesloten.
De winkel is vandaag gesloten.
De winkel is het hele jaar open.
Is de winkel dichtbij?