1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
guitar (Advanced search)




CORE WORDS






COMPOUND WORDS


5000 WORDS

















PHRASES



De gitaarsnaar knapte met een knal.



With a bang , the guitar string broke .


(ENG )
(NL )

(2991)





I want you to play the guitar for me .

Ik wil dat je gitaar voor me speelt .

I play the guitar after dinner .

Ik speel gitaar na het eten.

I want him to play the guitar .

Ik wil dat hij gitaar speelt.



Ik wil dat je gitaar voor me speelt .
Ik speel gitaar na het eten.
Ik wil dat hij gitaar speelt.