1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
giugno (Advanced search)




CORE WORDS






COMPOUND WORDS


5000 WORDS












giugno P0537




PHRASES







We are to get married in june .

Wij gaan in juni trouwen.

As a rule we have much rain in june in japan .

Meestal hebben we veel regen in juni in Japan.

He told me that he would go to france in june .

Hij vertelde me dat hij in juni naar frankrijk zou gaan.

The next concert will take place in june .

Het volgende concert vindt plaats in juni.

The next meeting will be on the tenth of june .

De volgende bijeenkomst is op 10 juni.

We have a lot of rain in june .

We hebben veel regen in juni.

We have many rainy days in june .

We hebben veel regenachtige dagen in juni.



Wij gaan in juni trouwen.
Meestal hebben we veel regen in juni in Japan.
Hij vertelde me dat hij in juni naar frankrijk zou gaan.
Het volgende concert vindt plaats in juni.
De volgende bijeenkomst is op 10 juni.
We hebben veel regen in juni.
We hebben veel regenachtige dagen in juni.