1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)




Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
getrennt (Advanced search)



CORE WORDS





COMPOUND WORDS


apart {adv} (separately, in regard to space or company) go Dutch {v} (split the cost) separate {adj} (apart from; not connected to) separate {adj} (followed by "from": not together with) separately {adv} (in a separate manner)

5000 WORDS















PHRASES



Onze familie zal nooit gescheiden worden.



Our family will never be separated .


(ENG )
(NL )

(1138)

Zij en haar vriend zijn uit elkaar.



She and her boyfriend broke up .


(ENG )
(NL )

(1651)





They live apart .

Ze wonen apart.

He is living apart from his wife .

Hij leeft gescheiden van zijn vrouw.

We moved here separately three years ago .

We zijn hier drie jaar geleden apart naartoe verhuisd.

I parted from her long ago .

Ik heb lang geleden afscheid van haar genomen.

He lives apart from his parents .

Hij woont gescheiden van zijn ouders.



Ze wonen apart.
Hij leeft gescheiden van zijn vrouw.
We zijn hier drie jaar geleden apart naartoe verhuisd.
Ik heb lang geleden afscheid van haar genomen.
Hij woont gescheiden van zijn ouders.