Dit is een vals bankbiljet.  This is a counterfeit bill . (ENG ) (NL ) (0706) | ||||||||||||||||||||||||||
Hij ontdekt dat het een vals bankbiljet is.  He discovers that it is a counterfeit banknote . (ENG ) (NL ) (2632) | ||||||||||||||||||||||||||
That sounds a little off . | Dat klinkt een beetje . | He was all wrong . | Hij had het helemaal mis.
What you were taught is wrong . Wat je geleerd is, is verkeerd.
What he said turned out to be false . Wat hij zei bleek vals te zijn.
What he says is false . Wat hij zegt is onjuist.
Can't you tell right from wrong ? Kun je niet goed van fout onderscheiden?
The report turned out to be false . Het rapport bleek vals te zijn.
What he said turned out to be false . Wat hij zei bleek vals te zijn.
That is not all together false . Dat is niet alles bij elkaar vals.
|