Hij haalt de klok uit elkaar.  He is disassembling the watch . (ENG ) (NL ) (3283) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
The watch keeps accurate time . | Het horloge houdt nauwkeurig de tijd bij. | I had my watch repaired . | Ik heb mijn horloge laten repareren.
He has to repair the clock . Hij moet de klok repareren.
I lost the watch father had given me . Ik verloor het horloge dat vader me had gegeven.
I had my watch mended . Ik heb mijn horloge laten repareren.
My uncle gave me the watch . Mijn oom gaf me het horloge.
Set the clock right . It's ten minutes fast . Zet de klok goed. Het is tien minuten snel.
The clock says two . De klok zegt twee.
My uncle gave me the watch . Mijn oom gaf me het horloge.
Set the clock right . Zet de klok goed.
The watch on the desk is mine . Het horloge op het bureau is van mij.
He has lost the watch given by his father . Hij heeft het horloge van zijn vader verloren.
I had my watch repaired at the store . Ik heb mijn horloge laten repareren in de winkel.
This is the watch that I'd lost . Dit is het horloge dat ik kwijt was.
He lost the watch which he had bought the day before . Hij verloor het horloge dat hij de dag ervoor had gekocht.
The clock is wrong . De klok klopt niet.
I lost the watch I had bought the day before . Ik verloor het horloge dat ik de dag ervoor had gekocht.
The watch I lost the other day was new . Het horloge dat ik laatst verloor, was nieuw.
Every morning I set my watch by the station clock . Elke ochtend zette ik mijn horloge op de stationsklok.
|