1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)




Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
either ... or (Advanced search)



CORE WORDS





COMPOUND WORDS


5000 WORDS















PHRASES







Either you or he is supposed to come tomorrow .

Of jij of hij zou morgen moeten komen .

Either you or I will have to do it .

Of jij of ik zal het moeten doen .

Either you or I am right .

Of jij of ik heb gelijk.

Either you or your brother is wrong .

Of jij of je broer heeft ongelijk.

Either you or he is wrong .

Of jij of hij heeft ongelijk.



Of jij of hij zou morgen moeten komen .
Of jij of ik zal het moeten doen .
Of jij of ik heb gelijk.
Of jij of je broer heeft ongelijk.
Of jij of hij heeft ongelijk.