She came to know the fact . | Ze kwam het feit te weten. | The fact is known to everybody . | Het feit is bij iedereen bekend.
The fact is known to everybody . Het feit is bij iedereen bekend.
The fact that they are talking at all . Het feit dat ze überhaupt praten.
The fact was brought to light . Het feit kwam aan het licht.
The fact was of interest to the scientists . Het feit was interessant voor de wetenschappers.
He does know the fact . Hij kent het feit wel.
They are the only people who know the fact . Zij zijn de enige mensen die het feit kennen.
I know the fact well enough . Ik ken het feit goed genoeg.
She tried to conceal the fact . Ze probeerde het feit te verbergen.
|