1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
derjenige (Advanced search)




CORE WORDS






COMPOUND WORDS


that one {pron} (specified object)

5000 WORDS

















PHRASES



Hij is degene met de macht in het bedrijf.



In the company he is the one with the power .


(ENG )
(NL )

(0857)





I'm the one who wants to be with you .

Ik ben degene die bij je wil zijn.

He is the one who comes after me .

Hij is degene die achter mij aan komt.

I don't want to be the one who breaks the news to her .

Ik wil niet degene zijn die haar het nieuws vertelt.

You're not the one who died .

Jij bent niet degene die stierf.



Ik ben degene die bij je wil zijn.
Hij is degene die achter mij aan komt.
Ik wil niet degene zijn die haar het nieuws vertelt.
Jij bent niet degene die stierf.