He makes believe he is rich . | Hij doet alsof hij rijk is. | Even I can't believe that . | Zelfs ik kan dat niet geloven.
He made believe that he had not heard me . Hij deed alsof hij me niet had gehoord.
I can't believe my eyes . Ik kan mijn ogen niet geloven.
John made believe that he passed the exam . John deed alsof hij geslaagd was voor het examen.
He knows better than to believe such a thing . Hij weet wel beter dan zoiets te geloven.
You can not believe a word he says . Je gelooft geen woord van wat hij zegt.
He is not such a fool as to believe that story . Hij is niet zo gek om dat verhaal te geloven.
She made believe that she was sick . Ze deed alsof ze ziek was.
You can not believe a word he says . Je gelooft geen woord van wat hij zegt.
He made believe he was a doctor . Hij deed alsof hij een dokter was.
They say that seeing is believing . Ze zeggen dat zien geloven is.
You can't believe a word of that . Daar geloof je geen woord van.
You can't believe a word of it . Je gelooft er geen woord van.
That was hard to believe . Dat was moeilijk te geloven.
|