1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
bambini (Advanced search)




CORE WORDS






COMPOUND WORDS


5000 WORDS

















PHRASES



Deze kinderen zijn allemaal erg schattig.



These children are all very cute .


(ENG )
(NL )

(0033)

Er zijn hier vier kinderen.



There are four children here .


(ENG )
(NL )

(0135)

Ze hebben twee kinderen.



They have two children .


(ENG )
(NL )

(0156)

De kinderen staan in de rij om op de schoolbus te stappen.



The children line up to board the school bus .


(ENG )
(NL )

(0201)

Kinderen vertrouwen hun ouders heel erg.



Children trust their parents very much .


(ENG )
(NL )

(0218)

De kinderen spelen vrolijk in het park.



The children are playing happily in the park .


(ENG )
(NL )

(0565)

De kinderen spelen met hun speelgoed.



The children are playing with their toys .


(ENG )
(NL )

(0659)

De kinderen komen samen en planten bomen.



The little children gathered round to plant the tree .


(ENG )
(NL )

(0754)

Passie voor spelletjes zit in de aard van kinderen.



A fondness for playing games is in the nature of children .


(ENG )
(NL )

(0806)

De kleine kinderen zijn aan het schilderen.



The little kids are drawing .


(ENG )
(NL )

(0898)

Het is de plicht van kinderen om voor hun ouders te zorgen.



It is the duty of children to care for their parents .


(ENG )
(NL )

(1091)

De kinderen spelen in de wei.



The children are playing on the grass .


(ENG )
(NL )

(1162)

De leraar gaf de kinderen een lesje.



The teacher taught the children one lesson .


(ENG )
(NL )

(1187)

Kinderen zijn de schatten van hun moeders.



Children are their mothers' treasures .


(ENG )
(NL )

(1212)

De kinderen achtervolgen elkaar in de wei.



The children are chasing each other in the meadow .


(ENG )
(NL )

(1307)

Alle kinderen houden ervan om een circusvoorstelling te zien.



All children love watching a circus performance .


(ENG )
(NL )

(1313)

De kinderen spelen met kinderspeelgoed.



The kids are playing with children's toys .


(ENG )
(NL )

(1498)

De kinderen groeien gezond op.



The children are growing up healthy .


(ENG )
(NL )

(1638)

De kinderen krijgen hun opleiding.



The children are receiving their formative education .


(ENG )
(NL )

(1936)

Spellen kunnen de intelligentie van kinderen helpen ontwikkelen.



Games can help childrens' intelligence develop .


(ENG )
(NL )

(1940)

Het is niet verstandig om ruzie te maken in het bijzijn van de kinderen.



It is unwise to argue in front of the children .


(ENG )
(NL )

(1941)

Ze is geduldig met de kinderen.



She is patient with the children .


(ENG )
(NL )

(2040)

Kinderen houden van watermeloenen.



Children love watermelon .


(ENG )
(NL )

(2250)

Kinderen zijn erg afhankelijk van hun ouders.



Children are very dependent on their parents .


(ENG )
(NL )

(2324)

Alle kinderen houden van goocheltrucs.



All children love watching magic tricks .


(ENG )
(NL )

(2366)

Kinderen moeten niet gedwongen worden om te studeren.



Children shouldn't be forced to study .


(ENG )
(NL )

(2497)

Dit is het kinderbad.



This is the children's pool .


(ENG )
(NL )

(2510)

Kinderen moeten respect tonen voor hun ouders.



Children should show respect to their parents .


(ENG )
(NL )

(2768)

De kinderen spelen in het park.



The children are playing in the park .


(ENG )
(NL )

(2782)

Hij misbruikt kinderen.



He abuses children .


(ENG )
(NL )

(2811)

Kinderen vinden het leuk om clowns te zien optreden.



Children like to watch clowns performing .


(ENG )
(NL )

(2815)

De kinderen komen samen om te spelen.



The children get together to play .


(ENG )
(NL )

(2852)

Kinderen houden van zwemmen.



Children love to swim .


(ENG )
(NL )

(2992)

Ze helpt de kinderen met studeren.



She is helping the kids with their studies .


(ENG )
(NL )

(3056)

Kinderen worden beschermd door hun ouders.



Children are protected by their parents .


(ENG )
(NL )

(3132)

De leraar leert de kinderen de verhalen achter de spreekwoorden.



The teacher is teaching the children the stories behind proverbs .


(ENG )
(NL )

(3506)





I took the children to school .

Ik bracht de kinderen naar school.

Children sometimes lack patience .

Kinderen hebben soms een gebrek aan geduld.

Even children can read this book .

Zelfs kinderen kunnen dit boek lezen.

In our park , we have a nice slide for children to play on .

Op ons park hebben we een leuke glijbaan voor kinderen om op te spelen.

Small children are very curious .

Kleine kinderen zijn erg nieuwsgierig.

We are babies in his eyes .

We zijn baby's in zijn ogen.

I told an amusing story to the children .

Ik vertelde de kinderen een grappig verhaal.

We like children .

Wij houden van kinderen.

Children are playing with toys .

Kinderen spelen met speelgoed.

Tom got angry at the children .

Tom werd boos op de kinderen.

Children grow up so quickly .

Kinderen worden zo snel groot.

We kept the children quiet .

We hielden de kinderen stil.

Few children were in the room .

Er waren maar weinig kinderen in de kamer.

Children are not admitted .

Kinderen worden niet toegelaten.

He did not like children .

Hij hield niet van kinderen.

Babies crawl before they walk .

Baby's kruipen voordat ze lopen.

Children should keep away from the river . It's dangerous .

Kinderen moeten uit de buurt van de rivier blijven. Het is gevaarlijk .

I have kids to take care of .

Ik heb kinderen om voor te zorgen.

Young children soon pick up words they hear .

Jonge kinderen pikken snel woorden op die ze horen.

A lot of children gathered in the garden .

Veel kinderen verzamelden zich in de tuin.

She yelled at the children to be quiet .

Ze schreeuwde tegen de kinderen dat ze stil moesten zijn.

There are some children playing in the park .

Er spelen wat kinderen in het park.

She took care of the children .

Ze zorgde voor de kinderen.

The children were playing at keeping house .

De kinderen waren aan het spelen bij het huishouden.

The children went out to play .

De kinderen gingen buiten spelen.

Above all , children need love .

Bovenal hebben kinderen liefde nodig.

It is dangerous for children to play in the street .

Het is gevaarlijk voor kinderen om op straat te spelen.

She's at home taking care of the kids .

Ze is thuis om voor de kinderen te zorgen.

Children are curious about everything .

Kinderen zijn overal nieuwsgierig naar.

Mother was anxious about the children .

Moeder was bezorgd over de kinderen.

There were many children in the room .

Er waren veel kinderen in de kamer.

Children belong with their parents .

Kinderen horen bij hun ouders.

I would like to illustrate children's books for a living .

Ik zou graag kinderboeken willen illustreren voor de kost.

I've been friends with him since we were children .

Ik ben al bevriend met hem sinds we kinderen waren.

It's high time the children went to bed .

Het wordt hoog tijd dat de kinderen naar bed gaan.

The children were well looked after .

Er werd goed voor de kinderen gezorgd.

Children often live in a world of fancy .

Kinderen leven vaak in een fantasiewereld.

This story is too complex for children .

Dit verhaal is te ingewikkeld voor kinderen.

She had her husband drive the children to their homes .

Ze liet haar man de kinderen naar huis brengen.

The children's room is in bad order .

De kinderkamer is in slechte staat.

Don't let the children play on this street .

Laat de kinderen niet in deze straat spelen.

The two children were of an age .

De twee kinderen waren van een leeftijd .

Her job is to take care of babies .

Haar taak is om voor baby's te zorgen.

The children were playing about .

De kinderen waren aan het spelen.

This book is easy enough for children to read .

Dit boek is gemakkelijk genoeg voor kinderen om te lezen.

Children can't swim in this river .

Kinderen kunnen niet in deze rivier zwemmen.

Those children use bad words .

Die kinderen gebruiken slechte woorden.

She was standing among children .

Ze stond tussen kinderen.

Babies often fall down .

Baby's vallen vaak naar beneden.

Children filled the room .

Kinderen vulden de kamer.

The teacher told the kids to be quiet .

De juf zei tegen de kinderen dat ze stil moesten zijn.

Children begin school at the age of six .

Kinderen gaan op zesjarige leeftijd naar school.

The children solved the problem for themselves .

De kinderen losten het probleem zelf op.

Some children do not like vegetables .

Sommige kinderen houden niet van groenten.

How are the kids ?

Hoe gaat het met de kids ?

I don't like spoiled children .

Ik hou niet van verwende kinderen.

The children were going to make sport of her .

De kinderen zouden haar uitlachen.

The children wanted to go out .

De kinderen wilden naar buiten.

Do you think television does children harm ?

Denk je dat televisie kinderen schaadt?

Even children need to make sense of the world .

Zelfs kinderen moeten de wereld begrijpen.

Do you have any children ?

Heeft u kinderen ?

Children usually pick up foreign languages very quickly .

Kinderen pikken vreemde talen meestal heel snel op.

Three children were playing in the park .

In het park waren drie kinderen aan het spelen.

This park is a paradise for children .

Dit park is een paradijs voor kinderen.

It's a book for children .

Het is een boek voor kinderen.

I've known jim ever since we were children .

Ik ken Jim al sinds we kinderen waren.

There are a lot of children in the park .

Er zijn veel kinderen in het park.

This desk is designed for children .

Dit bureau is ontworpen voor kinderen.

Small children are afraid of being left alone in the dark .

Kleine kinderen zijn bang om in het donker alleen gelaten te worden.

She put the children to bed .

Ze bracht de kinderen naar bed.

Those children are waiting for their mother .

Die kinderen wachten op hun moeder.

You look after the children , tom .

Jij zorgt voor de kinderen, Tom.

May 5 is children's day .

5 mei is kinderdag.

The children were playing in the middle of the street .

De kinderen speelden midden op straat.

Children are really looking forward to summer vacation .

Kinderen kijken enorm uit naar de zomervakantie.

Children don't like to take a bath .

Kinderen gaan niet graag in bad.

Children don't like to go out in the dark .

Kinderen gaan niet graag in het donker naar buiten.

Don't make fun of children .

Maak geen grapjes over kinderen.

She read an amusing story to the children .

Ze las een grappig verhaal voor aan de kinderen.

Children are fond of cake .

Kinderen zijn gek op taart.

All the children are satisfied with her meals .

Alle kinderen zijn tevreden met haar maaltijden.

Look after the children this afternoon .

Pas vanmiddag op de kinderen.

The children were playing in the dirt .

De kinderen speelden in de modder.

Keep children away from medicine .

Houd kinderen uit de buurt van medicijnen.

The children would play for hours on the beach .

De kinderen speelden urenlang op het strand.

Children like watching television .

Kinderen kijken graag televisie.

These are common diseases of children .

Dit zijn veelvoorkomende ziekten bij kinderen.

The man terrified the little children .

De man joeg de kleine kinderen angst aan.

After a while , the children settled down .

Na een tijdje kwamen de kinderen tot rust.

Teachers must understand children .

Leraren moeten kinderen begrijpen.

There were quite a few children in the park .

Er waren nogal wat kinderen in het park.

We used to swim every day when we were children .

Toen we kinderen waren, zwommen we elke dag.

The children were not to blame for the accident .

De kinderen hadden geen schuld aan het ongeval.

Bill was much loved by the other children in his school .

Bill was erg geliefd bij de andere kinderen op zijn school.

There were few children in the room .

Er waren weinig kinderen in de kamer.

She got the children ready for a walk .

Ze maakte de kinderen klaar voor een wandeling.

Bring in lunch for the children .

Lunch voor de kinderen meenemen.

This river is dangerous for children to swim in .

Deze rivier is gevaarlijk voor kinderen om in te zwemmen.

I don't know how to handle children .

Ik weet niet hoe ik met kinderen moet omgaan.

She got very angry with the children .

Ze werd erg boos op de kinderen.



Ik bracht de kinderen naar school.
Kinderen hebben soms een gebrek aan geduld.
Zelfs kinderen kunnen dit boek lezen.
Op ons park hebben we een leuke glijbaan voor kinderen om op te spelen.
Kleine kinderen zijn erg nieuwsgierig.
We zijn baby's in zijn ogen.
Ik vertelde de kinderen een grappig verhaal.
Wij houden van kinderen.
Kinderen spelen met speelgoed.
Tom werd boos op de kinderen.
Kinderen worden zo snel groot.
We hielden de kinderen stil.
Er waren maar weinig kinderen in de kamer.
Kinderen worden niet toegelaten.
Hij hield niet van kinderen.
Baby's kruipen voordat ze lopen.
Kinderen moeten uit de buurt van de rivier blijven. Het is gevaarlijk .
Ik heb kinderen om voor te zorgen.
Jonge kinderen pikken snel woorden op die ze horen.
Veel kinderen verzamelden zich in de tuin.
Ze schreeuwde tegen de kinderen dat ze stil moesten zijn.
Er spelen wat kinderen in het park.
Ze zorgde voor de kinderen.
De kinderen waren aan het spelen bij het huishouden.
De kinderen gingen buiten spelen.
Bovenal hebben kinderen liefde nodig.
Het is gevaarlijk voor kinderen om op straat te spelen.
Ze is thuis om voor de kinderen te zorgen.
Kinderen zijn overal nieuwsgierig naar.
Moeder was bezorgd over de kinderen.
Er waren veel kinderen in de kamer.
Kinderen horen bij hun ouders.
Ik zou graag kinderboeken willen illustreren voor de kost.
Ik ben al bevriend met hem sinds we kinderen waren.
Het wordt hoog tijd dat de kinderen naar bed gaan.
Er werd goed voor de kinderen gezorgd.
Kinderen leven vaak in een fantasiewereld.
Dit verhaal is te ingewikkeld voor kinderen.
Ze liet haar man de kinderen naar huis brengen.
De kinderkamer is in slechte staat.
Laat de kinderen niet in deze straat spelen.
De twee kinderen waren van een leeftijd .
Haar taak is om voor baby's te zorgen.
De kinderen waren aan het spelen.
Dit boek is gemakkelijk genoeg voor kinderen om te lezen.
Kinderen kunnen niet in deze rivier zwemmen.
Die kinderen gebruiken slechte woorden.
Ze stond tussen kinderen.
Baby's vallen vaak naar beneden.
Kinderen vulden de kamer.
De juf zei tegen de kinderen dat ze stil moesten zijn.
Kinderen gaan op zesjarige leeftijd naar school.
De kinderen losten het probleem zelf op.
Sommige kinderen houden niet van groenten.
Hoe gaat het met de kids ?
Ik hou niet van verwende kinderen.
De kinderen zouden haar uitlachen.
De kinderen wilden naar buiten.
Denk je dat televisie kinderen schaadt?
Zelfs kinderen moeten de wereld begrijpen.
Heeft u kinderen ?
Kinderen pikken vreemde talen meestal heel snel op.
In het park waren drie kinderen aan het spelen.
Dit park is een paradijs voor kinderen.
Het is een boek voor kinderen.
Ik ken Jim al sinds we kinderen waren.
Er zijn veel kinderen in het park.
Dit bureau is ontworpen voor kinderen.
Kleine kinderen zijn bang om in het donker alleen gelaten te worden.
Ze bracht de kinderen naar bed.
Die kinderen wachten op hun moeder.
Jij zorgt voor de kinderen, Tom.
5 mei is kinderdag.
De kinderen speelden midden op straat.
Kinderen kijken enorm uit naar de zomervakantie.
Kinderen gaan niet graag in bad.
Kinderen gaan niet graag in het donker naar buiten.
Maak geen grapjes over kinderen.
Ze las een grappig verhaal voor aan de kinderen.
Kinderen zijn gek op taart.
Alle kinderen zijn tevreden met haar maaltijden.
Pas vanmiddag op de kinderen.
De kinderen speelden in de modder.
Houd kinderen uit de buurt van medicijnen.
De kinderen speelden urenlang op het strand.
Kinderen kijken graag televisie.
Dit zijn veelvoorkomende ziekten bij kinderen.
De man joeg de kleine kinderen angst aan.
Na een tijdje kwamen de kinderen tot rust.
Leraren moeten kinderen begrijpen.
Er waren nogal wat kinderen in het park.
Toen we kinderen waren, zwommen we elke dag.
De kinderen hadden geen schuld aan het ongeval.
Bill was erg geliefd bij de andere kinderen op zijn school.
Er waren weinig kinderen in de kamer.
Ze maakte de kinderen klaar voor een wandeling.
Lunch voor de kinderen meenemen.
Deze rivier is gevaarlijk voor kinderen om in te zwemmen.
Ik weet niet hoe ik met kinderen moet omgaan.
Ze werd erg boos op de kinderen.