1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)




Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
allemand (Advanced search)



CORE WORDS





COMPOUND WORDS


5000 WORDS













allemand P0948


PHRASES







He can speak not only english but also german .

Hij spreekt niet alleen Engels, maar ook Duits.

My uncle can speak german .

Mijn oom spreekt Duits.



Hij spreekt niet alleen Engels, maar ook Duits.
Mijn oom spreekt Duits.