De soldaten voeren een oefening uit.  The soldiers are performing a drill . (ENG ) (NL ) (0534) | ||
Soldaten gehoorzamen bevelen.  Soldiers obey orders . (ENG ) (NL ) (0687) | ||
De soldaten verdedigen hun land.  The soldiers are defending their country . (ENG ) (NL ) (0699) | ||
Hij is een goede soldaat.  He is a good soldier . (ENG ) (NL ) (0719) | ||
De soldaten zijn op een missie.  The soldiers are on a mission . (ENG ) (NL ) (1038) | ||
De soldaten trainen in rangen.  The soldiers are training in formation . (ENG ) (NL ) (1083) | ||
De soldaten houden het fort.  The soldiers are holding their ground . (ENG ) (NL ) (1327) | ||
Hij was vroeger een soldaat.  He was once a soldier . (ENG ) (NL ) (1402) | ||
De soldaten zijn in militaire training.  The soldiers are in the midst of military drills . (ENG ) (NL ) (1592) | ||
De soldaten houden lange speren vast.  The soldiers are holding long spears . (ENG ) (NL ) (1867) | ||
De soldaten zijn loyaal aan hun land.  The soldiers are loyal to their country . (ENG ) (NL ) (2085) | ||
Mijn vader is een loyale en eerlijke soldaat.  My father is an honest and upright soldier . (ENG ) (NL ) (2086) | ||
De nieuwe soldaten zijn al gerekruteerd.  The new soldiers have been recruited . (ENG ) (NL ) (2142) | ||
De soldaten zijn gestationeerd aan de grens.  The soldiers are stationed at the frontier . (ENG ) (NL ) (2222) | ||
De soldaten marcheren in stap naar voren.  The soldiers are marching forward in step . (ENG ) (NL ) (2271) | ||
De soldaten stierven voor hun land.  The soldiers died for their country . (ENG ) (NL ) (2302) | ||
Soldaten rouwen om hun gevallen kameraden.  The soldiers are paying their respects to their comrades who sacrificed their lives . (ENG ) (NL ) (2609) | ||
De soldaten zijn aan het patrouilleren.  The soldiers are on patrol . (ENG ) (NL ) (2931) | ||
De soldaat is erg alert.  The soldier is very alert . (ENG ) (NL ) (3370) | ||
Soldaten verstoppen zich achter de bomen.  The soldiers are hiding behind the trees . (ENG ) (NL ) (3416) | ||
The soldier gave his name . | De soldaat noemde zijn naam. |
| De soldaat noemde zijn naam. |