1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
ว่ายน้ำ (Advanced search)




CORE WORDS






COMPOUND WORDS


5000 WORDS







ว่ายน้ำ P0574









PHRASES



Er is een zwembad in de tuin.



There is a swimming pool in the garden .


(ENG )
(NL )

(0040)

Ik kan 100 meter zwemmen.



I can swim 100 meters .


(ENG )
(NL )

(0591)

Zwemmen is haar specialiteit.



Swimming is her specialty .


(ENG )
(NL )

(0778)

Zijn zwemvaardigheden zijn verbeterd.



His swimming skill has improved .


(ENG )
(NL )

(0829)

Ik ben bang om te zwemmen.



I am afraid to swim .


(ENG )
(NL )

(1268)

Mijn oom leert me zwemmen.



My uncle is teaching me to swim .


(ENG )
(NL )

(2175)

Hij dook in het zwembad.



He dove into the swimming pool .


(ENG )
(NL )

(2200)

Dit is het kinderbad.



This is the children's pool .


(ENG )
(NL )

(2510)

Ze gaan zwemmen tijdens de zomervakantie.



They go swimming in the summer holidays .


(ENG )
(NL )

(2805)

Kinderen houden van zwemmen.



Children love to swim .


(ENG )
(NL )

(2992)





Don't you want to swim today ?

Heb je geen zin om te zwemmen vandaag?

I am interested in swimming .

Ik ben geïnteresseerd in zwemmen.

I enjoyed swimming .

Ik heb genoten van zwemmen.

I can swim on my front but not on my back .

Ik kan op mijn buik zwemmen, maar niet op mijn rug.

I should like to go for a swim .

Ik zou graag willen gaan zwemmen.

I like swimming very much .

Ik hou erg van zwemmen.

He could swim very well when he was young .

Hij kon heel goed zwemmen toen hij jong was.

I saw her swim .

Ik zag haar zwemmen.

Can I go swimming , mother ?

Mag ik gaan zwemmen, moeder?

He can swim fast .

Hij kan snel zwemmen.

I didn't know that dogs swim well .

Ik wist niet dat honden goed zwemmen.

You may swim now .

Je mag nu zwemmen.

What do you say to going swimming tomorrow ?

Wat zeg je ervan om morgen te gaan zwemmen?

He succeeded in swimming across the river .

Hij slaagde erin de rivier over te zwemmen.

He can swim very fast .

Hij kan heel snel zwemmen.

I would often swim in this river when I was young .

Ik zwom vaak in deze rivier toen ik jong was.

It's warm enough to swim .

Het is warm genoeg om te zwemmen.

He has built up his health through swimming .

Hij heeft zijn gezondheid opgebouwd door te zwemmen.

I soon learned how to swim .

Al snel leerde ik zwemmen.

If the weather is fine , I'll go swimming in the river .

Als het mooi weer is, ga ik zwemmen in de rivier.

This river is safe to swim in .

Deze rivier is veilig om in te zwemmen.

I used to swim here every day .

Ik heb hier elke dag gezwommen.

They aren't swimming in the river .

Ze zwemmen niet in de rivier.

He would often swim in this river .

Hij zwom vaak in deze rivier.

You can swim , can't you ?

Je kunt zwemmen, nietwaar?

My brother dared not swim across the river .

Mijn broer durfde de rivier niet over te zwemmen.

I'd like to swim in this river .

Ik zou graag in deze rivier willen zwemmen.

She can swim as fast as her brother .

Ze kan net zo snel zwemmen als haar broer.

It is dangerous to swim in this lake .

Het is gevaarlijk om in dit meer te zwemmen.

You can swim , can't you ?

Je kunt zwemmen, nietwaar?

Do you know how to swim ?

Weet je hoe je moet zwemmen ?

Tom is not yet able to swim .

Tom kan nog niet zwemmen.

I am able to swim across the river .

Ik ben in staat om de rivier over te zwemmen.

He is afraid to swim .

Hij is bang om te zwemmen.

What a fast swimmer he is .

Wat een snelle zwemmer is hij.

I used to swim every day when I was a child .

Als kind zwom ik elke dag.

Miss kanda can swim well .

Miss Kanda kan goed zwemmen.

I often go swimming at the beach in the summer .

In de zomer ga ik vaak zwemmen op het strand.

Tom is able to swim well .

Tom kan goed zwemmen.

I used to swim in this river .

Ik heb in deze rivier gezwommen.

You may go swimming or fishing .

U kunt gaan zwemmen of vissen.

It was so hot that we went swimming .

Het was zo warm dat we gingen zwemmen.

I know how to swim .

Ik weet hoe ik moet zwemmen .

He answered that he could swim well .

Hij antwoordde dat hij goed kon zwemmen.

It is possible for him to swim across the river .

Het is voor hem mogelijk om de rivier over te zwemmen.

Is it safe to swim in this river ?

Is het veilig om in deze rivier te zwemmen?

We enjoyed swimming in the river .

We hebben genoten van zwemmen in de rivier.

Are you able to swim ?

Ben je in staat om te zwemmen?

Children can't swim in this river .

Kinderen kunnen niet in deze rivier zwemmen.

She taught me how to swim .

Ze leerde me zwemmen.

Ken can swim , can't he ?

Ken kan zwemmen, nietwaar?

Is the dog swimming ?

Zwemt de hond?

How often did you go swimming last summer ?

Hoe vaak ging u afgelopen zomer zwemmen?

Mary can swim .

Maria kan zwemmen.

He can swim well .

Hij kan goed zwemmen.

It is dangerous for you to swim in this river .

Het is gevaarlijk voor u om in deze rivier te zwemmen.

In summer , we used to go swimming in the river .

In de zomer gingen we zwemmen in de rivier.

I'd rather go swimming .

Ik ga liever zwemmen.

We went swimming in the river .

We gingen zwemmen in de rivier.

I can swim .

Ik kan zwemmen .

When I have finished my homework , I'll go for a swim .

Als ik mijn huiswerk af heb, ga ik zwemmen.

Swim across to the other side of the river .

Zwem naar de andere kant van de rivier.

He is a good swimmer .

Hij is een goede zwemmer.

He attempted to swim across the river .

Hij probeerde de rivier over te zwemmen.

Swimming is one thing I enjoy .

Zwemmen is iets waar ik van geniet.

He likes swimming in summer .

Hij houdt van zwemmen in de zomer.

I can hardly swim .

Ik kan nauwelijks zwemmen.

He taught me how to swim .

Hij leerde me zwemmen.

I can swim as well as you .

Ik kan net zo goed zwemmen als jij.

You can swim much better than him .

Jij kunt veel beter zwemmen dan hij.

We would often go swimming in the river .

We gingen vaak zwemmen in de rivier.

How often do you go swimming in the sea each summer ?

Hoe vaak gaat u elke zomer in zee zwemmen?

As soon as we got to the lake , we started swimming .

Zodra we bij het meer kwamen, begonnen we te zwemmen.

It is easy to swim .

Het is gemakkelijk om te zwemmen.

Can you swim well ?

Kan je goed zwemmen ?

As a boy , I used to swim in the pond .

Als jongen zwom ik in de vijver.

Tom swims very fast .

Tom zwemt erg snel.

You can not swim here .

Je kunt hier niet zwemmen.

We used to swim in this river a lot .

We hebben veel in deze rivier gezwommen.

He suggested that we go for a swim .

Hij stelde voor om te gaan zwemmen.

A fish can swim .

Een vis kan zwemmen.

He is afraid of swimming .

Hij is bang om te zwemmen.

Let's swim over there .

Laten we daarheen zwemmen.

He is able to swim like a fish .

Hij kan zwemmen als een vis.

You are not old enough to go swimming by yourself .

Je bent niet oud genoeg om alleen te gaan zwemmen.

Don't swim in the river .

Zwem niet in de rivier.

He learned to swim .

Hij leerde zwemmen.

She prides herself of her swimming .

Ze is trots op haar zwemmen.

He went to sea to swim .

Hij ging naar zee om te zwemmen.

You cannot swim here .

Je kunt hier niet zwemmen.

Tom can swim as fast as you .

Tom kan net zo snel zwemmen als jij.

We used to swim every day when we were children .

Toen we kinderen waren, zwommen we elke dag.

Will you join us for a swim ?

Ga je mee zwemmen?

She is good at swimming .

Ze kan goed zwemmen.

He is fond of swimming .

Hij is dol op zwemmen.

It seems that he is unable to swim .

Het lijkt erop dat hij niet kan zwemmen.



Heb je geen zin om te zwemmen vandaag?
Ik ben geïnteresseerd in zwemmen.
Ik heb genoten van zwemmen.
Ik kan op mijn buik zwemmen, maar niet op mijn rug.
Ik zou graag willen gaan zwemmen.
Ik hou erg van zwemmen.
Hij kon heel goed zwemmen toen hij jong was.
Ik zag haar zwemmen.
Mag ik gaan zwemmen, moeder?
Hij kan snel zwemmen.
Ik wist niet dat honden goed zwemmen.
Je mag nu zwemmen.
Wat zeg je ervan om morgen te gaan zwemmen?
Hij slaagde erin de rivier over te zwemmen.
Hij kan heel snel zwemmen.
Ik zwom vaak in deze rivier toen ik jong was.
Het is warm genoeg om te zwemmen.
Hij heeft zijn gezondheid opgebouwd door te zwemmen.
Al snel leerde ik zwemmen.
Als het mooi weer is, ga ik zwemmen in de rivier.
Deze rivier is veilig om in te zwemmen.
Ik heb hier elke dag gezwommen.
Ze zwemmen niet in de rivier.
Hij zwom vaak in deze rivier.
Je kunt zwemmen, nietwaar?
Mijn broer durfde de rivier niet over te zwemmen.
Ik zou graag in deze rivier willen zwemmen.
Ze kan net zo snel zwemmen als haar broer.
Het is gevaarlijk om in dit meer te zwemmen.
Je kunt zwemmen, nietwaar?
Weet je hoe je moet zwemmen ?
Tom kan nog niet zwemmen.
Ik ben in staat om de rivier over te zwemmen.
Hij is bang om te zwemmen.
Wat een snelle zwemmer is hij.
Als kind zwom ik elke dag.
Miss Kanda kan goed zwemmen.
In de zomer ga ik vaak zwemmen op het strand.
Tom kan goed zwemmen.
Ik heb in deze rivier gezwommen.
U kunt gaan zwemmen of vissen.
Het was zo warm dat we gingen zwemmen.
Ik weet hoe ik moet zwemmen .
Hij antwoordde dat hij goed kon zwemmen.
Het is voor hem mogelijk om de rivier over te zwemmen.
Is het veilig om in deze rivier te zwemmen?
We hebben genoten van zwemmen in de rivier.
Ben je in staat om te zwemmen?
Kinderen kunnen niet in deze rivier zwemmen.
Ze leerde me zwemmen.
Ken kan zwemmen, nietwaar?
Zwemt de hond?
Hoe vaak ging u afgelopen zomer zwemmen?
Maria kan zwemmen.
Hij kan goed zwemmen.
Het is gevaarlijk voor u om in deze rivier te zwemmen.
In de zomer gingen we zwemmen in de rivier.
Ik ga liever zwemmen.
We gingen zwemmen in de rivier.
Ik kan zwemmen .
Als ik mijn huiswerk af heb, ga ik zwemmen.
Zwem naar de andere kant van de rivier.
Hij is een goede zwemmer.
Hij probeerde de rivier over te zwemmen.
Zwemmen is iets waar ik van geniet.
Hij houdt van zwemmen in de zomer.
Ik kan nauwelijks zwemmen.
Hij leerde me zwemmen.
Ik kan net zo goed zwemmen als jij.
Jij kunt veel beter zwemmen dan hij.
We gingen vaak zwemmen in de rivier.
Hoe vaak gaat u elke zomer in zee zwemmen?
Zodra we bij het meer kwamen, begonnen we te zwemmen.
Het is gemakkelijk om te zwemmen.
Kan je goed zwemmen ?
Als jongen zwom ik in de vijver.
Tom zwemt erg snel.
Je kunt hier niet zwemmen.
We hebben veel in deze rivier gezwommen.
Hij stelde voor om te gaan zwemmen.
Een vis kan zwemmen.
Hij is bang om te zwemmen.
Laten we daarheen zwemmen.
Hij kan zwemmen als een vis.
Je bent niet oud genoeg om alleen te gaan zwemmen.
Zwem niet in de rivier.
Hij leerde zwemmen.
Ze is trots op haar zwemmen.
Hij ging naar zee om te zwemmen.
Je kunt hier niet zwemmen.
Tom kan net zo snel zwemmen als jij.
Toen we kinderen waren, zwommen we elke dag.
Ga je mee zwemmen?
Ze kan goed zwemmen.
Hij is dol op zwemmen.
Het lijkt erop dat hij niet kan zwemmen.