Mijn moeder is de kamer aan het schoonmaken. ![]() My mom is tidying the room . (ENG ) (NL ) (0894)                        | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
  Ze maakt de lampen schoon. ![]() She is cleaning the lights . (ENG ) (NL ) (1269)                        | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
  Ze maken grondig schoon. ![]() They are doing a thorough cleaning . (ENG ) (NL ) (1897)                        | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
  Ze maakt de kamer schoon. ![]() She is tidying the rooms . (ENG ) (NL ) (2009)                        | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
  Ze maakt het raam schoon. ![]() She is cleaning the window . (ENG ) (NL ) (2499)                        | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
  Ze maakt het fornuis schoon. ![]() She is cleaning the range top . (ENG ) (NL ) (3515)                        | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Will you help me to clean the room ? |  Wil je me helpen de kamer schoon te maken?  | I got her to clean my room . |  Ik heb haar mijn kamer laten opruimen. 
I have to clean my room . Ik moet mijn kamer schoonmaken . 
I have just cleaned my room . Ik heb net mijn kamer schoongemaakt. 
Please clean the dirty floor . Maak de vuile vloer schoon. 
Let's clean the garden , shall we ? Laten we de tuin schoonmaken , zullen we ? 
You must clean your room every day . U dient uw kamer elke dag schoon te maken. 
She cleaned the house all by herself . Ze heeft het huis helemaal zelf schoongemaakt. 
It was my turn to clean the room . Het was mijn beurt om de kamer schoon te maken. 
Let's clean our room . Laten we onze kamer opruimen. 
I had my shoes cleaned . Ik heb mijn schoenen laten schoonmaken. 
I have finished cleaning my room . Ik ben klaar met het opruimen van mijn kamer. 
Shall I clean the room ? Zal ik de kamer schoonmaken? 
He'll make someone clean the room . Hij zal iemand de kamer laten schoonmaken. 
I'll give the room a good cleaning . Ik zal de kamer eens goed schoonmaken. 
  |