1 (wiktionary) 2 (nl.wikipedia) 3 (en.wikipedia) 4 (glosbe)





Verbs Nouns Adjectives/Adverbs Pronouns Prepositions Conjunctions
la télévision (Advanced search)




CORE WORDS






COMPOUND WORDS


5000 WORDS













la télévision P0096 la télévision par satellite P0099 la télévision P1647



PHRASES







I'll do my homework after I watch television .

Ik doe mijn huiswerk nadat ik televisie heb gekeken.

Tv has taken the place of radio .

Tv heeft de plaats ingenomen van radio.

I spent two hours watching television last night .

Ik heb gisteravond twee uur televisie gekeken.

I'm tired of watching television .

Ik ben het televisie kijken beu.

Having done my homework , I watched television .

Nadat ik mijn huiswerk had gedaan, keek ik televisie.

I watch television in the evening .

Ik kijk 's avonds televisie.

Some people read the newspaper while watching television .

Sommige mensen lezen de krant terwijl ze televisie kijken.

I usually watch television before supper .

Ik kijk meestal televisie voor het avondeten.

Bill turned on the television .

Bill zette de televisie aan.

That movie was shown on television .

Die film is op televisie vertoond.

It's about time you stopped watching television .

Het wordt tijd dat je stopt met televisie kijken.

He is tired of watching television .

Hij is het televisie kijken beu.

I watch television after supper .

Ik kijk televisie na het avondeten.

Watch tv here .

Kijk hier tv.

She has been watching television for three hours .

Ze zit al drie uur televisie te kijken.

I want to see baseball on television this evening .

Ik wil vanavond honkbal op televisie zien.

Will you turn on the television ?

Zet jij de televisie aan?

It is a pleasure to watch a baseball game on tv .

Het is een genot om naar een honkbalwedstrijd op tv te kijken.

After he had done his homework , he watched tv .

Nadat hij zijn huiswerk had gemaakt, keek hij tv.

Last night I fell asleep with television on .

Vannacht viel ik in slaap met de televisie aan.

Do you think television does children harm ?

Denk je dat televisie kinderen schaadt?

There's nothing good on television .

Er is niets goeds op televisie.

The television doesn't work .

De televisie doet het niet.

Did you watch the soccer game on television ?

Heb je de voetbalwedstrijd op televisie gezien?

He doesn't watch television at all .

Hij kijkt helemaal geen televisie.

He watches television after dinner .

Na het eten kijkt hij televisie.

Please turn off the television .

Zet alstublieft de televisie uit.

May I watch tv now ?

Mag ik nu tv kijken?

Children like watching television .

Kinderen kijken graag televisie.

I watch television every day .

Ik kijk elke dag televisie.

I watched a baseball game on television .

Ik keek naar een honkbalwedstrijd op televisie.

My father usually watches television after dinner .

Mijn vader kijkt meestal na het eten televisie.



Ik doe mijn huiswerk nadat ik televisie heb gekeken.
Tv heeft de plaats ingenomen van radio.
Ik heb gisteravond twee uur televisie gekeken.
Ik ben het televisie kijken beu.
Nadat ik mijn huiswerk had gedaan, keek ik televisie.
Ik kijk 's avonds televisie.
Sommige mensen lezen de krant terwijl ze televisie kijken.
Ik kijk meestal televisie voor het avondeten.
Bill zette de televisie aan.
Die film is op televisie vertoond.
Het wordt tijd dat je stopt met televisie kijken.
Hij is het televisie kijken beu.
Ik kijk televisie na het avondeten.
Kijk hier tv.
Ze zit al drie uur televisie te kijken.
Ik wil vanavond honkbal op televisie zien.
Zet jij de televisie aan?
Het is een genot om naar een honkbalwedstrijd op tv te kijken.
Nadat hij zijn huiswerk had gemaakt, keek hij tv.
Vannacht viel ik in slaap met de televisie aan.
Denk je dat televisie kinderen schaadt?
Er is niets goeds op televisie.
De televisie doet het niet.
Heb je de voetbalwedstrijd op televisie gezien?
Hij kijkt helemaal geen televisie.
Na het eten kijkt hij televisie.
Zet alstublieft de televisie uit.
Mag ik nu tv kijken?
Kinderen kijken graag televisie.
Ik kijk elke dag televisie.
Ik keek naar een honkbalwedstrijd op televisie.
Mijn vader kijkt meestal na het eten televisie.