De lucht op het platteland is echt goed.  The air in the countryside is really good . (ENG ) (NL ) (0367) | |||||||||||||||||||||||||||||
Ze werken hard in het veld.  They are working hard in the field . (ENG ) (NL ) (0735) | |||||||||||||||||||||||||||||
De plattelandslucht is erg goed.  The air in the countryside is very fresh . (ENG ) (NL ) (1012) | |||||||||||||||||||||||||||||
Het veld is gemarkeerd met witte lijnen.  The playing field is marked with white lines . (ENG ) (NL ) (1077) | |||||||||||||||||||||||||||||
De maaidorser oogst het graan op het veld.  The harvester is reaping the wheat in the field . (ENG ) (NL ) (2249) | |||||||||||||||||||||||||||||
De waterbuffel ploegt het veld.  The water buffalo is plowing the field . (ENG ) (NL ) (3065) | |||||||||||||||||||||||||||||
Het slagveld was gevuld met geweerrook.  The battlefield was filled with gunsmoke . (ENG ) (NL ) (3497) | |||||||||||||||||||||||||||||
Tell me the reason why you want to live in the countryside . | Vertel me de reden waarom je op het platteland wilt wonen. | The countryside is beautiful in the spring . | Het landschap is prachtig in het voorjaar.
My dream is to lead a quiet life in the country . Mijn droom is om een rustig leven op het platteland te leiden.
I found it pleasant walking in the country . Ik vond het aangenaam wandelen op het platteland.
He lives all by himself in the country . Hij woont helemaal alleen op het platteland.
Her mother lives in the country all by herself . Haar moeder woont alleen op het platteland.
Their mother let them play in the field . Hun moeder liet ze in het veld spelen.
We live in the country during the summer . We wonen in de zomer op het platteland.
We live in the country during the summer . We wonen in de zomer op het platteland.
I don't like living in the country . Ik woon niet graag op het platteland.
|