Het schip is gezonken.  The ship has sunk . (ENG ) (NL ) (1432) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het schip is gezonken.  The ship has sunk . (ENG ) (NL ) (1446) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het schip ligt voor anker aan de kust.  The ship is moored at the shore . (ENG ) (NL ) (1480) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De boot vaart op de wijde zee.  The boat is sailing on the boundless ocean . (ENG ) (NL ) (2335) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De boot ging de oceaan op.  The ship sailed out into the vast sea . (ENG ) (NL ) (2679) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De boot gaat erg snel.  The boat is going very fast . (ENG ) (NL ) (2752) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het schip ligt voor anker in de haven.  The ship is anchored in the port . (ENG ) (NL ) (2897) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het schip wordt op en neer geslingerd op de woeste zee.  The ship is being tossed up and down on the rough sea . (ENG ) (NL ) (3174) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
The ship gained on us . | Het schip haalde ons in. | The ship is sinking . | Het schip is aan het zinken.
The ship came in sight . Het schip kwam in zicht.
The ship was at sea . Het schip was op zee.
The ship was soon out of sight . Het schip was al snel uit het zicht.
The ship is about to set sail . Het schip staat op het punt uit te varen.
The storm will make it impossible for the ship to leave port . Door de storm kan het schip de haven niet verlaten.
The storm sank the boat . De storm zonk de boot.
He is on board the ship . Hij is aan boord van het schip.
The boat people asked for food . De bootmensen vroegen om eten.
The ship is at sea . Het schip is op zee.
The ship is sailing at three . Het schip vaart om drie uur.
The ship went up in flames . Het schip ging in vlammen op.
The ship went down slowly . Het schip ging langzaam naar beneden.
The ship left ahead of time . Het schip is eerder vertrokken.
All at once the ship left the pier . Opeens verliet het schip de pier.
The ship is sailing at three . Het schip vaart om drie uur.
I saw the ship sink in the sea . Ik zag het schip zinken in de zee.
|