
De verhalenboeken die ze lezen zijn erg populair. ![]() The story books they read are very popular . (ENG ) (NL ) (0527) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De geschiedenis van de Grote Muur gaat terug tot de Qin Dynastie. ![]() The history of the Great Wall dates back to the Qin dynasty . (ENG ) (NL ) (3155) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De leraar leert de kinderen de verhalen achter de spreekwoorden. ![]() The teacher is teaching the children the stories behind proverbs . (ENG ) (NL ) (3506) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I remember hearing the story once . | Ik herinner me dat ik het verhaal een keer heb gehoord. | I have heard the story . | Ik heb het verhaal gehoord.
She regarded the story as a joke . Ze beschouwde het verhaal als een grap.
The story appears to be true . Het verhaal blijkt te kloppen.
Can't you sit the story out for a while ? Kun je het verhaal niet even uitstellen?
I could recite the story by heart . Ik kon het verhaal uit mijn hoofd opzeggen.
Many a man believes the story . Menig man gelooft het verhaal.
The story didn't sound true . Het verhaal klonk niet waar.
The story lived on , passed from person to person . Het verhaal leefde voort, ging van persoon op persoon over.
The girls began to laugh when they heard the story . De meisjes begonnen te lachen toen ze het verhaal hoorden.
Tom pulled a long face when he heard the story . Tom trok een lang gezicht toen hij het verhaal hoorde .
Strange as it is , the story is true . Hoe vreemd het ook is, het verhaal is waar.
The story turned out to be true . Het verhaal bleek te kloppen.
She told me the story in confidence . Ze vertelde me het verhaal in vertrouwen.
Please tell me the story once more . Vertel me het verhaal nog een keer.
I believe that the story is true . Ik geloof dat het verhaal waar is.
She told me the story in confidence . Ze vertelde me het verhaal in vertrouwen.
Tell us the story from beginning to end . Vertel ons het verhaal van begin tot eind.
He believes that the story is true . Hij gelooft dat het verhaal waar is.
He got interested in the story . Hij raakte geïnteresseerd in het verhaal.
I was much moved to tears at the story . Ik was erg tot tranen toe geroerd door het verhaal.
I don't know whether the story is true or not . Ik weet niet of het verhaal waar is of niet.
The story left him unmoved . Het verhaal liet hem onberoerd.
The story cannot be true . Het verhaal kan niet waar zijn.
|