Grootvader is een zeer vriendelijk uitziende man.  Grandfather is a very kind looking man . (ENG ) (NL ) (2655) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De man die de wet overtrad is gevangen genomen.  The man who broke the law has been captured . (ENG ) (NL ) (3312) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
He was made captain of the team . | Hij werd aanvoerder van het team. | He is not the man that he used to be . | Hij is niet meer de man die hij was.
The man was no better than a horse . De man was niet beter dan een paard.
I saw the man knocked down by a car . Ik zag de man aangereden worden door een auto.
The man took up with his wife . De man nam het op met zijn vrouw.
' you'd better come in ,'' the man said . 'Je kunt maar beter binnenkomen', zei de man.
The man made to grab at me . De man wilde me grijpen.
What expensive pictures the man bought ! Wat een dure foto's heeft die man gekocht!
The man is well-known all over the village . De man is bekend in het hele dorp.
All the man could do was obey them . Het enige wat de man kon doen, was ze gehoorzamen.
The man admitted having broken into the house . De man gaf toe in de woning te hebben ingebroken.
I don't know who the man is . Ik weet niet wie de man is.
Out rushed the man and his wife . Naar buiten stormden de man en zijn vrouw naar buiten.
He is the very man I want . Hij is precies de man die ik wil.
Every man has his faults . Ieder mens heeft zijn fouten.
The man asked me for some money . De man vroeg me om wat geld.
The man is all but dead . De man is zo goed als dood.
Who is the man that you were talking with ? Wie is de man met wie je aan het praten was?
This is the man who's suspected by the police . Dit is de man die door de politie wordt verdacht.
The man suddenly struck me on the head . De man sloeg me plotseling op het hoofd.
The man kept talking for an hour . De man bleef een uur praten.
It is not clear when the man was born . Het is niet duidelijk wanneer de man is geboren.
There is a strange man at the door . Er staat een vreemde man aan de deur.
The man decided to wait at the station until his wife came . De man besloot op het station te wachten tot zijn vrouw kwam.
It is evident that the man is wrong . Het is duidelijk dat de man ongelijk heeft.
The man robbed him of all his money . De man beroofde hem van al zijn geld.
The man terrified the little children . De man joeg de kleine kinderen angst aan.
A healthy man does not know the value of health . Een gezonde man kent de waarde van gezondheid niet.
The man painting the wall is my father . De man die de muur schildert is mijn vader.
The man ran away . De man rende weg.
|