Vissen is hier verboden.  Fishing is forbidden here . (ENG ) (NL ) (0077) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mijn oudere broer en ik houden van vissen.  My older brother and I enjoy fishing . (ENG ) (NL ) (2515) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I intended to have gone fishing . | Ik was van plan om te gaan vissen. | Almost every day he goes to the river and fishes . | Bijna elke dag gaat hij naar de rivier om te vissen.
My uncle is very fond of fishing . Mijn oom houdt erg van vissen.
One day an old man went fishing in the river . Op een dag ging een oude man vissen in de rivier.
Come along with me and go fishing . Kom met me mee en ga vissen.
Every week he goes fishing . Elke week gaat hij vissen.
He would go fishing in the river when he was a child . Als kind ging hij vissen in de rivier.
He went fishing in between . Tussendoor ging hij vissen.
Tom often goes fishing in the river . Tom gaat vaak vissen in de rivier.
I used to go fishing with my father when I was a child . Als kind ging ik met mijn vader vissen.
He would often go fishing in the river . Hij ging vaak vissen in de rivier.
You may go swimming or fishing . U kunt gaan zwemmen of vissen.
Every other day bill goes fishing . Om de andere dag gaat Bill vissen.
I will teach you how to fish next sunday . Volgende week zondag zal ik je leren vissen .
I got up early this morning to go fishing . Ik ben vanmorgen vroeg opgestaan om te gaan vissen.
We go fishing once in a while . Af en toe gaan we vissen.
He would often go fishing in the river . Hij ging vaak vissen in de rivier.
I have a book about fishing . Ik heb een boek over vissen.
I often go fishing with them . Ik ga vaak met ze vissen.
I find much enjoyment in fishing . Ik vind veel plezier in vissen.
He went fishing in the river . Hij ging vissen in de rivier.
I like to fish in the river . Ik vis graag in de rivier.
I used to go fishing in my school days . In mijn schooltijd ging ik vissen.
I often go fishing in that river . In die rivier ga ik vaak vissen.
He would often go fishing on sunday . Op zondag ging hij vaak vissen.
I went fishing with my brother in the river . Ik ging vissen met mijn broer in de rivier.
I used to do fishing . Ik deed aan vissen.
|