
De wind blies de ballon weg. ![]() The wind has blown the balloon away . (ENG ) (NL ) (0437) | ||||||||
Het is zo winderig dat haar hoed er bijna af waaide. ![]() It is so windy , her hat was almost blown away . (ENG ) (NL ) (2170) | ||||||||
Het kleine meisje blaast bellen. ![]() The little girl is blowing bubbles . (ENG ) (NL ) (2195) | ||||||||
De ballon is opgeblazen. ![]() The balloon has been blown up . (ENG ) (NL ) (2453) | ||||||||
De heteluchtballon werd opgeblazen. ![]() The hot air balloon inflated . (ENG ) (NL ) (2464) | ||||||||
We blazen samen de kaarsjes uit. ![]() We are blowing out the candles together . (ENG ) (NL ) (3011) | ||||||||
Ze is klaar om de verjaardagskaarsjes uit te blazen. ![]() She is ready to blow out the birthday candles . (ENG ) (NL ) (3086) | ||||||||
I had my hat blown off by the wind . | Ik heb mijn hoed door de wind laten afwaaien. | She had her hat blown off by the strong wind . | Haar hoed was eraf geblazen door de harde wind.
She had her hat blown off by the wind . Ze had haar hoed afgeblazen door de wind.
|