Het kind kruipt door de betonnen pijp.  The child is making his way through the concrete pipe . (ENG ) (NL ) (2255) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
He was so kind as to show me around the town . | Hij was zo vriendelijk om me de stad te laten zien. | She came across the street . | Ze kwam aan de overkant van de straat.
They made their way across the river . Ze baanden zich een weg over de rivier.
She kept walking about the room . Ze bleef door de kamer lopen.
The dog walked across the street . De hond liep de straat over.
You must go through with your plan . Je moet doorgaan met je plan.
Cars go through the tunnel . Auto's gaan door de tunnel.
She has gone over to the other side . Ze is naar de andere kant gegaan.
Will you go over my plan ? Wil je mijn plan doornemen?
The bus passed five minutes ago . De bus is vijf minuten geleden gepasseerd .
The birds went across the sea . De vogels staken de zee over.
I saw her coming across the street . Ik zag haar aan de overkant van de straat aankomen.
|